Paard

Deel 10, juli 2009

          “Een karretje op de zandweg reed,
De maan was helder, de weg was breed.
Het paardje liep met lusten!
Ik wed dat het zelf zijn weg wel vindt,
De voerman lei te rusten……”
          Dit is een stukje van oud volksliedje en klinkklare romantiek, idylle en nostalgie!
Ik ken zo’n liedje wel, maar niet helemaal uit mijn hoofd, heb gewoon de tekst opgezocht.
Stelt u zich eens voor, een brede zandweg, waar vind je die nu nog?
Bijna alles is intussen al geplaveid of van schelpen of asfalt voorzien.
Daarnaast een heldere maan en een paard dat zelf zijn weg wel zal vinden en de voerman ligt te slapen.
Nostalgie van de bovenste plank!
          We kunnen nu wel blijven volharden dat vroeger alles beter was, maar als we de tekst eens gaan analyseren, zou het zo maar kunnen, dat het helemaal niet zo best is geweest.
Ga maar na, een paard dat in de nacht, bij heldere maan, zelf zijn weg wel weet te vinden.
Het is laat, (maanlicht) en hoog zomer, want in de winter is zo’n zandpad vanwege al die nattigheid vaak veranderd in een modderpad.
Dan zal het paardje deze weg wel niet met “lusten” hebben gelopen.
Als zo’n paard zelf de weg kan vinden, dan heeft het dier die afstand al vele malen afgelegd.
Het is een bekende route geworden.
“De voerman lei te rusten”, de man is vermoeid na alweer een veel te lange dag sappelen om zijn handel kwijt te raken in de grote stad.
Het valt beslist niet mee om rond te moeten komen van de karige opbrengst van zijn handeltje en om maar zo veel mogelijk omzet te halen, maakt zo’n man hele lange dagen.
Al met al dus misschien wel helemaal geen idyllisch tafereel, maar bittere noodzaak en misschien ook wel bittere armoede.
          Ik ken een verhaal van een koopman, die door de stad zijn waren huis aan huis probeerde te verkopen met paard en wagentje.
Het brave paard wist in iedere straat precies bij welke voordeur er halt gehouden moest worden.
Niet alleen de voordeuren van bepaalde huizen in de route waren halteplaatsen.
De kedde laste ook een pauze in bij elke kroeg in het trajekt en dat heeft de man slechts enkele jaren vol kunnen houden.
Toen was hij aan de fles geraakt en op de fles gegaan.
          Stelt u zich eens voor dat de geschilderde situatie in het volksversje zich allemaal afspeelde in de mooie zomer van 1909.
Een handelaar in “weet ik veel”, die zich nog net een goed paardje en een karretje kon veroorloven, om met behulp daarvan in zijn levensonderhoud te voorzien.
Al was het waarschijnlijk gewoon afzien!
          Daar denk je dan wel eens over na, maar dat is natuurlijk niet verstandig.
Nadenken kun je beter aan een paard over laten, want die heeft een groter hoofd.
We zijn nu 100 jaar verder, de mooie zomer van 2009.
“Een auto die over het asfalt reed,
De maan was helder, de weg was breed (vierbaans),
Het voertuig reed met lusten (4x4).
Ik wed dat het zelf zijn weg wel vindt (navigatieapparatuur).
De voerman lag te rusten (bijrijder reed)………”.
En waar is nou het paard?
          Dat heeft men tegenwoordig achter de wagen gespannen (gehangen).
Er worden heel wat kilometers afgelegd met het paard in de, naar het dier vernoemde, trailer.
Daarbij moet je wel over een flinke stevige auto beschikken met de nodige PK’s, want het voertuig heeft wel zo’n dikke anderhalve ton aan gewicht voort te zeulen..
Dat doe je niet zo maar even met je “lelijke eendje”.
Nee, er zijn een aantal flinke investeringen nodig om het ros te kunnen transporteren, terwijl dit eenhoevige edele dier heel gemakkelijk zich zelf kan voortbewegen!
Het heeft immers zelf vier benen en per stuk 1 paardenkracht!
Honderd jaar geleden was een paard met een kar er achter noodzaak en beslist geen luxe.
Nu is een kar met een paard er achter luxe geworden. 
          Er zijn nog wel mensen, die op zondagmiddag het paard (soms twee) inspannen en een ommetje gaan maken in de eigen omgeving..
Maar veel anderen laden paard (en wagen) in en rijden een flink stuk, om ergens anders met paard (en wagen) een ommetje te gaan maken (kan trouwens ook wel zonder kar).
Kan het nou nog bonter?
Ja, het kan nog gekker!
          We reden laatst op een snelweg, ergens in Nederland.
De naam zegt het al:  Snel-Weg =  vlug ergens heen.
Plotseling ontstaat er op de linkerrijstrook een lange rij langzamer rijdende automobielen.
Ook aan de rechterkant geen 120 meer, maar krap 80.
Helemaal niet erg hoor, we hadden alle tijd, maar toch.
Maar wat blijkt, na een poosje?
Een auto met paardentrailer haalt, met nauwelijks snelheidsverschil, een andere auto met paardentrailer in.
Tergend langzaam kroop de ene voertuigcombinatie de andere voorbij.
Hoeveel luxe kun je tegenkomen?
Langzaam rijdende filevorming op de vierbaansweg door twee achter de wagen gespannen paarden.
          Op dergelijke momenten wil ik soms tijdelijk (heel even maar) het karretje en de zandweg wel terug!

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland.
De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting
Klik voor een vergroting
Foto door M.J. Barrett / Alamy