Weidevogels

Deel 32, mei 2011

         U kent ze wel, grutto, kievit, tureluur, kemphaan, scholekster en al die andere steltlopers die in het voorjaar en ’s zomers onze landerijen bevolk(t)en.
Heel erg goed gaat het niet met genoemde vogels.
Je kunt eigenlijk ook best zeggen dat het er steeds minder mee gaat, of nog beter, het gaat slecht!
Jaar op jaar komen er steeds minder jonge weidevogels zo ver, dat ze mee kunnen vliegen naar het winterkwartier in zuidelijker landen.
Jaar op jaar komen er minder broedgevallen voor en de leeftijden van de oudervogels, die nog eieren produceren, wordt elk jaar hoger.
Het wordt voor weidevogels ook steeds moeilijker om geschikte nestgelegenheid, dekking en voedselgronden te vinden, want eenmaal zijn de stengels van het grasgewas op juiste lengte, wordt het rigoureus kort gemaaid.
         Probeer dan maar op tijd voor de maaier weg te komen en is dat het kuiken gelukt, op het pas gemaaide land is het een gemakkelijke prooi voor een imposant leger aan predatoren.
Vos, marterhond, ekster, kraai, zilvermeeuw, bunzing, wezel en hermelijn, buizerd, kiekendief en blauwe reiger en op sommige plaatsen nog de ooievaar, ze zijn er allemaal verzot op.
Ik weet ook wel dat het bij de natuur hoort, dat het ene beest het andere  opeet.
Maar als de reproduktie van onze weidevogels steeds moeilijker wordt, wordt het tijd er  voortvarend iets aan te doen.
         Maar ook dat wordt steeds moeizamer.
Geld, dat wordt uitgekeerd wanneer een agrariër zijn best doet weidevogelbeheer zo goed mogelijk uit te voeren, wordt ook steeds schaarser.
Bovendien moeten agrariërs er wel wat voor doen en tijd is geld en het moet ook maar lukken.
Vogelreservaten herbergen soms leuke populaties, daar kunnen echter niet alle vogels een plekje vinden en ook daar gaat het steeds minder goed.
Graslanden zijn telkens minder geschikt als broed-, en foerageergebied vanwege   diepteontwatering, drijfmestbemesting en rare, eenvormige vegetatiewoestijnen. 
Mocht het dan nog mogelijk zijn geworden, als jong van een bekende weidevogelsoort, ondanks alle gevaren tijdens het groeiproces, groot te groeien, dan gaat het soms in het luchtruim boven Frankrijk en Italië helaas nog mis.
         Die zuiderlingen zijn niet vies van kieviten en grutto’s, schieten ze met gemak uit de lucht en versmaden ook de leeuweriken niet.
Wat we in Nederland beschermen, wordt in de zuidelijke landen simpelweg gedood.
Europese landen zijn al vele jaren verenigd, maar sommige beschermingsmaatregelen zijn helaas nog lang niet voor alle landen gelijk.
Dat is niet zo verwonderlijk, als je ziet hoe moeilijk het al is om bijvoorbeeld de landsfinanciën op orde te hebben en te houden. 
Mocht je dan als grutto uiteindelijk toch Afrika hebben gehaald, dan zijn daar weer mensen, die niet veel hebben om van te leven en graag grutto’s eten.
         Ja, zo wordt het voor deze groep vogelsoorten wel steeds moeilijker om overeind te blijven.
Er zit dan ook niets anders op, dan deze weidevogels maar in avicultuur te gaan houden en zo te vermeerderen.
Kan iedereen  komen kijken hoe een kievit en grutto en die andere soorten  er uit zien.
Natuurlijk, het is lang niet zo leuk als in het vrije veld en het mysterie rondom deze vogels is dan meteen ook ontrafeld, maar het is straks niet anders.
Echter, de huidige wetgeving staat nu niet  toe, dat u deze, met veel enthousiasme opgefokte vogels, de vrijheid geeft, want uitzetten in de natuur is bij wet ten strengste verboden, maar deze wet moet, naar mijn mening, binnenkort zeer beslist absoluut een aanpassing ondergaan.
Meenemen naar Frankrijk en daar loslaten zie ik vooralsnog even niet zitten, tenzij daar dan ook de regels zijn veranderd.

         Dus, leden van Aviornis, ga u bekwamen in het fokken van weidevogelsoorten!
Het zou nog best wel eens een heel goed doel kunnen worden, met andere woorden:  u doet het niet voor niks.
U doet het voor een hoger doel, het redden van de uitstervende weidevogelsoorten van Nederland!
         Intussen blijkt, dat weet ik ook wel, dat er al lang Aviornisleden zijn, die het al doen.
Die heel bekwaam zijn en al regelmatig vele weidevogels groot brengen.
Ga daar mee door, roep ik u toe, ga er mee door!
Binnen nu en vijfentwintig jaar kon u wel eens gedwongen worden om verplicht dit soort vogels te gaan vermeerderen, omdat u bijzonder kundig bent en ze in de natuur van Nederland al bijna zijn uitgestorven.
U bouwt dan mee aan een ongekend grote populatie weidevogelsoorten, die in de vrije natuur  bijna geen leefgebied meer heeft. (grappig detail: in het buitenland weet men niet wat weidevogels zijn, daar kent men dit begrip helemaal niet)     
         Weidevogelliefhebbers binnen Aviornis, verenigt u!
Richt een werkgroep op en stel de toekomst van de Nederlandse weidevogels veilig!
“Het Nederlandse Volk” zal u op termijn nog best wel eens zeer dankbaar kunnen zijn!

         Het klinkt allemaal wat futuristisch en riekt naar science fiction als je dit zo opschrijft , maar het kon toch echt nog wel eens een waarachtige griezelige werkelijkheid worden.

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Klik voor een vergroting
Kemphaan, Philomachus pugnax
Klik voor een vergroting
Tureluur, Tringa totanus
Klik voor een vergroting
Kluut, Recurvirostra avosetta
Klik voor een vergroting
Jonge kluut, Recurvirostra avosetta
Klik voor een vergroting
Scholekster, Haematopus ostralegus
Klik voor een vergroting
Kluten en enkele eendensoorten