Uniek broedgebied kleine flamingo in Tanzania bedreigd

Samenstelling en vertaling door Jaap Korten
Uit: Aviornis International, nr 203, oktober 2008

Eén van de meest spectaculaire natuurverschijnselen dreigt volgens natuurbeschermers voor altijd te verdwijnen. Dat is de trek van honderdduizenden kleine flamingo’s (Phoeniconaias minor), heen en weer tussen de alkalische zoutwatermeren in de Rift-vallei in Kenia en Tanzania. Plannen van Tata Chemicals uit India om aan de noordoost rand van het Natron-meer in Tanzania een fabriekcomplex te bouwen voor het winnen van soda dreigen deze trek te verstoren.

Elke zomer trekken een half miljoen kleine flamingo’s vanuit de noordelijk gelegen zoutwater meren in de Rift-vallei in Kenia naar het verder zuidelijk gelegen broedgebied aan het Natron-meer in de Rift-vallei in Tanzania. Deze enorme flamingotrek wordt ook wel de “Serengeti in de Lucht” genoemd.

Het Natron-meer in het noorden van Tanzania, ligt dicht bij de grens met Kenia en is een alkalisch zoutwatermeer, rijk aan zouten, mineralen, vitaminen, bacteriën en algen. Daar foerageren de kleine flamingo’s op. Het voedsel is ideaal voor opgroeiende jonge vogels. Het is verreweg de meest belangrijke broedplaats van de bijna bedreigde kleine flamingo. Het meer ligt afgelegen, is moeilijk toegankelijk en tot nu toe redelijk onaangetast.

Tata Chemicals heeft een joint venture opgezet met de overheid van Tanzania, genaamd Lake Natron Resources Ltd, en is van plan om zware machines aan de rand van het meer te installeren om via pijpleidingen in het meer per jaar een half miljoen ton natrium carbonaat (soda) aan het meer te onttrekken. Het project behelst het uit het meer pompen van 530 kubieke meter zoutwater per uur. Voor de benodigde elektriciteitsvoorziening wil het bedrijf ook ter plaatse een kolengestookte centrale bouwen en 1200 woningen voor de arbeiders. Met de aanleg van wegen en spoorrails wil men het gebied ontsluiten.

Het Natron-meer is een internationaal erkend Ramsar gebied en staat sinds 2001 op de zgn. Ramsar lijst. Zo genoemd naar de plaats Ramsar in Iran, waar in 1971, tijdens de conventie over waterrijke gebieden, een internationaal verdrag door overheden werd ondertekend. Dat verdrag voorziet in lokale en nationale actie en internationale samenwerking op het gebied van bescherming en verstandig gebruik van middelen in waterrijke gebieden op basis van duurzame ontwikkeling. De overheid van Tanzania heeft dat verdrag ondertekend en zelf het Natron-meer aangewezen als Ramsar gebied.

De RSPB (Royal Society for the Protection of Birds) uit Groot Brittannië beschrijft het plan als “te gek voor woorden” en waarschuwt dat de winning van soda deze belangrijkste broedplaats volledig kan ruineren. Volgens de afdeling Afrika van de RSPB kan deze industriële ontwikkeling ertoe leiden dat de kleine flamingo met uitsterven zal worden bedreigd. Afgezien van de ecologische invloed is de kans dat de kleine flamingo er bij zulke bedrijvigheid zal blijven broeden, zo goed als nihil. De RSPB waarschuwt ook dat er geruchten zijn om niet-oorspronkelijke hybride garnalen in het meer uit te zetten om de zoutgraad te verhogen en daardoor de opbrengst van de sodawinning te vergroten. Zo’n introductie kan het ecosysteem serieus aantasten en blijvend verstoren.

Die hybride garnalen eten juist de algen en zijn dus in directe competitie met de kleine flamingo voor het voedsel. En vormen een rechtstreekse extra bedreiging.

Bijna bedreigde soort

De kleine flamingo staat sinds 2004 reeds jaarlijks als een ‘bijna bedreigde soort” op de IUCN Rode Lijst. En dus nog steeds op die van 2008.

De totale wereldpopulatie wordt geschat op 2.7 miljoen vogels, waarvan er 2 miljoen, dus drie kwart van de totale populatie, in Oost-Afrika leven. De totale aantallen zijn moeilijk in te schatten vanwege het migratie gedrag tussen de foerageerplekken en de broedgebieden.

Zij foerageren op vooral Spirulina-algen, die aanwezig zijn in de zoutwatermeren in de Rift-vallei. Verder zijn deze flamingo’s verspreid te vinden in Ethiopië, Namibië, Botswana, Zuid-Afrika, Afghanistan, Iran, Jemen, Pakistan en India.

Dat ze bijna bedreigd zijn heeft dus niet zozeer te maken met de aantallen waarin ze voorkomen. Echter het aantal locaties waar de soort voorkomt en broedt is zéér beperkt. Hierdoor zijn ze gevoelig voor plaatselijke natuurrampen waardoor grote aantallen tegelijk kunnen sterven.

Het aantal belangrijke broedplaatsen in Afrika is beperkt tot slechts één gebied in Oost-Afrika, namelijk het Natron-meer in Tanzania, en twee gebieden in zuidelijk Afrika, Sua Pan in Botswana en Etosha Pan in Namibië, die echter jaarlijks volkomen droogvallen en waar alleen gebroed kan worden na goede regens. Verder is er nog een redelijke populatie in Noordwest-India.

De populatie in India en Pakistan wordt geschat op ca. 650.000 kleine flamingo’s.

Deze locaties zijn te ver weg voor de Rift-vallei populatie om naar toe te trekken.

Het aantal kleinere broedgebieden is de laatste decennia afgenomen door verdwijning van natuurlijke leefgebieden door afgravingen voor industrie, aanleg van infrastructuur en andere verstoringen door de mens. Ook sterven grote aantallen kleine flamingo’s door nog onbekende gifstoffen in enkele zoutwatermeren. Er wordt onderzoek gedaan om te achterhalen wat de exacte oorzaak is.

Een studie door een Zuid-Afrikaanse onderzoeker gaat uit van een 20% afname van de aantallen kleine flamingo’s in Afrika over de laatste 20 jaar.

Het schouwspel van duizenden flamingo’s, samengepakt in het ondiepe water, als één groot lang dieproze lint langs de oevers van het meer en voor het oog samenvloeiend tot één roze gloed, trekt jaarlijks duizenden buitenlandse toeristen naar de Rift-vallei. Ook het overvliegen van reusachtige formaties is een indrukwekkend gezicht.

Leefgebied

In de Rift-vallei in Kenia zijn vijf hooggelegen meren van enige omvang, te weten (in alfabetische volgorde) Baringo-, Bogoria-, Elmenteita- Naivasha- en uiteraard het meest bekende Nakuru-meer. Het Baringo- en het Naivasha-meer zijn vooral zoetwatermeren en daardoor minder geschikt als uitgebreide voedselbron voor de kleine flamingo. Ook al komen zij er in kleinere aantallen voor samen met de grote flamingo (Phoenicopterus ruber roseus).

Het Nakuru-meer, het grootste en bekendste zoutwater meer, is gedeeltelijk omgeven door een Nationaal Park. Evenals het meest noordelijk gelegen zoutwater Bogoria-meer, waarvan ook een gedeelte een Nationaal Park is. Het Elmenteita-meer is ook zout maar relatief klein.

Het Nakuru-meer kent geen natuurlijke uitgang waardoor al het opgevangen water hier dient te verdampen. Dit verklaart de hoge zoutgraad geschikt voor het groeien van de algen. Bij zowel een te hoge als een te lage waterstand worden de flamingo’s gedwongen uit te wijken naar de andere zoutwatermeren.

Het verder zuidelijk gelegen zoutwatermeer in de Rift vallei in Tanzania, is het Natron-meer, zo’n 60 km ten zuiden van de grens met Kenia. Het is een ondiep soda meer, met een maximale diepte van slechts 50 cm.

Het Natron-meer wordt hoofdzakelijk gevuld door de Ewaso Ngiro rivier vanuit het hoogland in Kenia. Er zijn aanzienlijke verschillen in de omvang van het wateroppervlak tussen het droge seizoen in november en december en na de regentijd in april en mei.

De omgeving van het meer bestaat voornamelijk uit droog acacia bosveld, slechts bewoond door nomadische Masai herder stammen. Voor het overige is het gebied dun bevolkt door gebrek aan vers drinkwater. Door de zeer hoge zoutconcentratie van het water in het Natron-meer is het ongeschikt als drinkwater voor mens en dier. Maar door de rijke algengroei in de zomer is het de ideale broedplaats voor de kleine flamingo.

Het Natron-meer is ten minste de laatste 40 - 45 jaar de enige belangrijke broedplaats voor de kleine flamingo in Oost-Afrika. Zij broeden daar in zulke enorme aantallen dat men wel spreekt van “het grootste ornithologische spektakel in de wereld”.

Vermoedelijk zijn alle flamingo’s van de Oost-Afrikaanse populatie ooit bij het Natron-meer uitgebroed. De alkalische omstandigheden en ligging van het meer bemoeilijken roofdieren het bereiken van de nesten - modderige heuveltjes - op de drassige bodem.

De kleine flamingo is ca. 120 cm groot en de kleinste van de zes flamingo soorten ter wereld (ondersoort meegerekend) en kan wel 40 jaar oud worden. Maar de meeste broeden slechts eens in de vijf of zes jaar. Waarom is niet bekend. Er wordt slechts één kalkachtig wit ei gelegd op een heuveltje van modder. Ieder broedpaar maakt zijn eigen nest. Deze nesten beschermen de eieren en later de pasgeboren kuikens tegen een eventueel stijgend waterpeil en tegen de hitte op de vlakke grond. Flamingokuikens vormen enorme crèches, bewaakt door een aantal volwassen vogels.

In deze periode zijn roofdieren als maraboes, grote roofvogels, leeuwen, luipaarden, hyena’s en zelfs jakhalzen een groot gevaar voor de kuikens. Door het grote aantal flamingo’s bij elkaar is de kans dat een bepaald exemplaar wordt gedood echter een stuk kleiner dan wanneer de vogels verspreid over een groter gebied zouden nestelen en broeden. Dit is vermoedelijk een reden om in zulke grote kolonies te broeden.

Ze zijn enorm gevoelig voor veranderingen in het waterpeil en de waterkwaliteit. Frequente droogtes en ontbossing zijn reeds een grote bedreiging voor hun leefgebied.
En de toekomstige effecten van de opwarming van de aarde zijn nog onduidelijk. Het verdwijnen van de sneeuwkappen van Mount Kenya en Mount Kilimanjaro zal op termijn ook leiden tot grotere watertekorten. Daar zou dus industriële ontwikkeling op grote schaal aan worden toegevoegd.

Achtergrond

Tata Chemicals is één van de voorlopers van de Indiase economische belangen in Afrika, alleen overschaduwd door de enorme investeringen en leningen van China aan Afrika.

In Oost-Afrika woont een grote populatie mensen van Aziatische afkomst, die decennia lang nauwe banden met India onderhoudt. Tata Chemicals is onderdeel van de gigantische Tata Industriële Groep uit Mumbai, India, en oefent belangrijke invloed uit op de locale handelsattachees en beleidsambtenaren, die gevoelig zijn voor buitenlandse investeringen. De Tata Industriële Groep assembleert reeds landbouwmachines in Tanzania en auto’s in Kenia en produceert en verwerkt koffie in Uganda.
(Tata Steel, ook onderdeel van de Tata Industriële Groep, heeft in 2007 het Brits-Nederlandse staalconcern Corus – het voormalige Hoogovens – in IJmuiden overgenomen.)
Tata Chemicals is reeds eigenaar van de Magadi Sodafabriek aan het Magadi-meer, ten noorden van het Natron-meer, slechts 25 km over de grens in Kenia. Daar broeden op beperkte schaal ook kleine flamingo’s.
(Het Magadi-meer moet niet verward worden met de Makgadikgadi-zoutpannen in Botswana, waarin de eerder genoemde Sua Pan is gelegen.)
Volgens het bedrijf zal het project helpen infrastructuur en ontwikkeling naar de regio te brengen. Dit zijn dus economische belangen.

De zoutwatermeren in de Rift-vallei behoren tot de weinige natuurlijke bronnen van natriumcarbonaat (soda) in de wereld. Meestal wordt het chemisch vervaardigd en gebruikt in de papier, glas, kleur- en wasmiddelenindustrie.

Een bedreiging van andere aard, maar uiteindelijk met dezelfde gevolgen, zijn de plannen om een hydro-elektrische irrigatiedam in de Ewaso Ngiro rivier in Kenia te bouwen, waardoor er veel minder water in het Natron-meer zal stromen. Dit plan is voorlopig in de wacht gezet.

In overeenstemming met de milieu wetgeving in Tanzania heeft Tata Chemicals, namens Lake Natron Resources Ltd, in 2006 een consultant opdracht gegeven een onderzoek te doen naar de impact op het milieu door de voorgestelde industriële ontwikkeling. Daarbij werden door de consultant ook partijen in Kenia betrokken, vanwege de nabijheid van het project bij de Keniaanse grens en de afhankelijkheid voor het Natron-meer van de Ewaso Ngiro rivier.

Dat rapport werd in juli 2007 in Dar-es-Salaam gepresenteerd. Daarop volgde in oktober 2007 een beoordeling door de nationale technische milieu commissie. De deelnemers stelden vast dat het rapport onvoldoende was, omdat daarin staat dat: “het project een aanzienlijk milieu risico op de lange termijn bevat voor de kleine flamingo, dat moeilijk is te verzachten.”
Tijdens een hoorzitting in Dar-es-Salaam in november 2007 dachten de natuurbeschermingorganisaties, nationale parkenraden en EU afgevaardigden een voorlopig succes te hebben geboekt.
De Tanzaniaanse overheid had namelijk besloten dat Lake Natron Resources Ltd eerst een nieuw onderzoek moest verrichten naar de invloeden van dit plan en de effecten voor het milieu en daarbij ook andere locaties in ogenschouw moest nemen.

Helaas waren de kleine flamingo’s daarmee nog niet veilig gesteld. Niet zolang het plan niet volledig van de baan zou zijn en de industrie een andere, minder bedreigende locatie dan het Natron-meer zou hebben gevonden.

Op 10 januari 2008 is namelijk in de “Business & Finance”-sectie van de locale krant, The Citizen, een artikel verschenen dat de regering van Tanzania toch van plan is door te gaan met het controversiële project, ondanks de overweldigende kritiek van natuurbeschermers en organisaties.

De minister van Toerisme en Natuurlijke Bronnen maakte de dag daarvoor in Dar-es-Salaam bekend dat de nadelen van het project niet opwegen tegen de voordelen om de armoede te verlichten.

Volgens de minister toont onderzoek naar de invloed op het milieu aan dat er 500.000 ton soda per jaar gedurende 200 jaar kan worden gewonnen, zonder enige schade aan het milieu te veroorzaken. Er kan zelfs een miljoen ton per jaar worden gewonnen.

Een aanpassing van het plan zou kunnen zijn dat via een ondergrondse pijpleiding het zoutwater naar de plaats Tanga zal worden getransporteerd. Verwijderd van het meer en buiten de grens van het Ramsar gebied. De kolen-elektriciteitscentrale en de accommodatie voor de arbeiders zal dan ook daar worden gebouwd.
Er zal een plaats voor de soda winning worden afgebakend en een plek voor het broeden van de flamingo’s.
Daarbij wordt er gesproken met investeerders en banken voor het verstrekken van leningen aan hoteleigenaren in Tanzania om hotels naar internationale standaard te kunnen aanpassen, zodat het internationale toerisme verder kan groeien.

Verder zei de minister: “Hoe kan men verwachten dat zo’n project het broedproces van de flamingo’s zal verstoren. Als men niet wil dat wij met het project doorgaan, dan moet men ons maar geld geven ten bedrage van de jaarlijkse opbrengst van het project.”

De reacties van de natuurbeschermingorganisaties op dit bericht waren op dat moment nog niet bekend, maar hevige protesten zullen ongetwijfeld volgen. Want het feit blijft dat grote hoeveelheden soda aan het meer zullen worden ontrokken, waardoor de omstandigheden van het water en daarmee de algen groei drastisch zullen veranderen.

Andere ecologische bedreigingen

Ook het bekende Nakuru-meer in Kenia loopt gevaar om zijn roze gekleurde oevers te verliezen door vervuiling en milieuteloorgang. Milieudeskundigen waarschuwen dat het beroemde meer zal uitdrogen door vernietiging van water toevoergebieden en massale vervuiling.
Het waterniveau is reeds drastisch gedaald en het meer heeft zich inmiddels zo’n 300 meter teruggetrokken.
Studies tonen aan dat, door het sterk verminderde wateroppervlak en -peil, er schaarste is ontstaan van de algen waardoor de kleine flamingo’s gedwongen worden zich te verspreiden en andere kleinere zoutmeertjes op te zoeken.

In de studie wordt ook gemeld dat duizenden kleine flamingo’s zijn gestorven na het binnen krijgen van toxisch afval dat in het meer wordt geloosd vanuit het nabij gelegen gelijknamige stadje Nakuru.
Vanwege deze bedreiging van het leefgebied door vervuiling en het zakken van het waterniveau is een diplomatieke lobby opgezet, genaamd Vrienden van het Nakuru-meer, waarin verschillende natuurbescherming organisaties participeren.

Er zijn midden 2007 ook duizenden kleine flamingo’s dood aangetroffen bij het Manyara-meer, in het gelijknamige Nationaal Park in de Rift-vallei in Noordoost-Tanzania.
Daar leven naast de kleine flamingo’s ook de grote flamingo’s (Phoenicopterus rubber roseus), die hoofdzakelijk schelpdieren, kreeftachtigen, wormen en insecten eten. Omdat er geen grote aantallen dode grote flamingo’s zijn gevonden gaat men er van uit dat giftstoffen opgenomen in de algen de doodsoorzaak van de duizenden kleine flamigo’s is geweest. Monsters worden in Duitsland onderzocht.
Aangezien er recentelijk geen nieuwe grote aantallen dode vogels zijn aangetroffen, denkt men aan een tijdelijke illegale lozing of iets dergelijks.

Er is inmiddels een coalitie, genaamd Lake Natron Consultative Group, gevormd door Oost-Afrikaanse natuurbeschermingorganisaties, waaronder Nature Kenya, Nature Uganda en de Wildlife Conservation Society of Tanzania, ondersteund door BirdLife International en de RSPB.

BirdLIife International is een wereldwijde campagne gestart, onder de slogan “Think Pink”, om het Natron-meer en de kleine flamingo’s van de ondergang te redden.

Bronnen

  • Royal Society for the Protection of Birds
  • BirdLife International
  • BBC News On-Line
  • Tanzania Natural Resource Forum
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Nakuru-meer
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Nakuru-meer
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Nakuru-meer
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Nakuru-meer. Foto door Peter Kemp
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Bogoria-meer. Foto door James Warwick, BirdLife International.
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's. Foto door James Warwick, BirdLife International.
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo. Foto door James Warwick, BirdLife International.
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo. Foto door James Warwick, BirdLife International.
Klik voor een vergroting
Kleine flamingo's bij het Natronmeer. Foto: Birdlife International
Klik voor een vergroting
Broedende Kleine flamingo's bij het Natronmeer. Foto door Owen Newman
Klik voor een vergroting
Luchtfoto Natronmeer