Ik mis blauwvleugelganzen rondom het huis

Tekst en foto's door Jan Harteman
Uit Aviornis International, april 2016

Blauwvleugelganzen worden niet zoveel gehouden. Op dit moment ken ik weinig kwekers van deze toch wel bijzondere en mooie ganzensoort. Maar waarom is de soort zo onbemind? Zijn ze te onbekend? Dan hoop ik dat dit verhaal daar wat verandering in zal brengen.

Mijn eerste koppel schafte ik aan in 2002. Echter, vanwege de preventieve ontruiming van al mijn vogels in het voorjaar van 2003, ben ik deze dieren kwijtgeraakt omwille van maatregelen tegen de vogelgriep. Met recht een valse start dus!

Van 2003 tot 2008 heb ik echter veel plezier beleefd aan een schitterend koppel blauwvleugelganzen. Het is al weer even geleden dat ze rondom mijn ouderlijk huis liepen, maar ik heb er hele goede herinneringen aan. Als de gelegenheid zich voordoet, zou ik ze graag weer aanschaffen. De ervaring die ik hier beschrijf kunt u dus gerust zien als een aanbeveling, want als u zich aan een paar huisregels van de blauwvleugel gans houdt.

In 2003 schafte ik een jong paartje aan bij Peter Kooij in ’t Zand, thuis werd het paar geplaatst in een perk van circa 15 x 10 meter met een ondiepe vijver (40 cm) van ongeveer 3 x 3 meter. Een diepere vijver is ook mogelijk, maar zorg dan voor een ondiepe oever zodat het vrouwtje tijdens het paren met haar poten op de bodem staan. In eerste instantie waren er geen andere bewoners in het perk, want de Blauwvleugelgans is een territoriale soort die beter apart gehouden wordt van alle andere watervogels.

Buiten het broedseizoen lijkt een paartje soms rustig met andere ganzen om te gaan, maar zodra er behoefte is om het eigen territorium af te bakenen, zal het vrouwtje de man zodanig ophitsen dat hij alle andere watervogels het leven zuur maakt, of liever nog beëindigd. Mijn kweekkoppel was overigens wel bijzonder tolerant tegenover kippen, die zonder problemen ook tijdens het broedseizoen in hetzelfde perk rondliepen. Bij een poging om toch ook eens eenden in hetzelfde perk los te laten buiten het broedseizoen heb ik snel moeten ingrijpen, want de mannelijke gans viel direct de eenden aan.

Blauwvleugelganzen zijn afkomstig uit de Ethiopische hooglanden en daardoor zijn ze behoorlijk gehard tegen onze winters. Hoewel er altijd een vorstvrij nachthok beschikbaar was, maakten de ganzen daar nooit gebruik van. Liever zwommen ze in de vijver die ijsvrij bleef door de relatief hoge temperatuur van het opgepompte grondwater.

Het perk was aangeplant met diverse struiken en enkele fruitbomen zoals pruimen. Onder een van de struiken lag een oud olievat op zijn kant, deels ingegraven met een bodem aarde. In het broedseizoen werd deze ton voorzien van een dikke plak stro, zodat de dieren erin konden nestelen. Daarnaast had ik twee houten hokjes in het perk staan, zodat de dieren altijd zelf de keuze konden maken waar ze zouden nestelen. Dit konden ze goed waarderen, want elk jaar werd het nest op een andere plek gemaakt.

Als voeding stond er dagelijks onderhoudskorrel voor watervogels op het menu (Anseres van Kasper Faunafood) en gaf ik een handje gemengde granen om ze mak te maken en te houden. Dat laatste vinden ze namelijk erg lekker, maar ik gaf het liever niet te veel om vervetting te voorkomen. In het vroege voorjaar voegde ik een geëxtrudeerde (dus drijvende) watervogelkorrel toe aan het menu met 24% ruwe eiwitten, om de paardrift te stimuleren.

Omdat er in het perk na verloop van tijd geen gras meer groeide (ze eten het nogal graag en in de winter groeit het te traag), liet ik de ganzen bijna dagelijks rond het huis lopen op het gazon. Dit was geen enkel probleem omdat de ganzen bijzonder mak waren. Omdat de gehele tuin voorzien is van een gans-proof hekwerk, mochten de ganzen gebruik maken van het hele erf als ik thuis was, zodat ik altijd een oogje in het zeil kon houden. Honkvast zijn ze beslist niet, dus écht los laten lopen zoals we dat van kippen kennen is niet mogelijk.

Ik herinner mij hoe ze rustig langs het terras waggelden, met de snavel op het raam tikten, of stiekem in de siervijver bij huis dobberden. Dit gaf ook geen problemen als onze hond rondliep, de dieren tolereerden elkaar probleemloos. Zelf als het paartje met kuikens rondliep, konden ze op gepaste momenten gebruik maken van de gehele tuin. Door de beschikbare ruimte liepen ze liever een blokje om, dan dat ze probeerden ons weg te jagen. De enige momenten dat ze wél vervelend waren, was wanneer je in het broedseizoen te dicht bij het nest kwam. In de praktijk betekende dit, dat het gehele perk zowat onbegaanbaar was.

In april 2006 werden er voor het eerst 6 eieren gelegd, er werden in mei 5 kuikens geboren, welke allemaal voorbeeldig werden grootgebracht door de ouders. In april 2007, een maand eerder dan het voorgaande jaar, werden er 6 kuikens geboren waarvan er 5 uitgroeiden tot mooie ganzen. Het leek wel alsof de ganzen elk jaar eerder wilden beginnen, want in 2008 zat madame al op 26 februari te broeden, wat resulteerde in kuikens in maart. Helaas werd er deze keer maar 1 kuiken geboren wat al na een paar dagen dood ging. Ik hoopte dat het paar nog aan een 2e legsel zou beginnen, maar dat bleek niet het geval.

Aangezien ik ondertussen nieuwe plannen had gemaakt voor het perk van de blauwvleugelganzen, besloot ik om eind 2008 het koppel in te ruilen voor een nieuwe uitdaging: roodhalsganzen, want daar heb ik ook altijd een zwak voor gehad. Sindsdien heb ik zelf geen blauwvleugelganzen meer, maar als ik ze ergens anders zie rondlopen of zwemmen, denk ik altijd met weemoed terug aan mijn mooie paartje waar ik 5 jaar lang van heb genoten. 

Blauwvleugelgans

Cyanochen cyanopterus Rüppell, 1845
Engels: Blue-winged goose
Frans: Oie à ailes bleues d'Ethiope
Duits: Blauflügelgans

Klik voor een vergroting.
Boven: mannelijke blauwvleugelgans. Foto door Jan Harteman
Klik voor een vergroting.
Boven: Paartje blauwvleugelganzen. Foto door Jan Harteman