Carolina-eend

Aix sponsa (Linnaeus, 1758)

Tekst door Jaap Korten

Verspreidingsgebied
Zuidoost Canada, oostelijke helft Verenigde Staten van Nova Scotia tot in Texas en zuidelijk California. Verder ook op Cuba en in Brits Columbia.
Wintertrek naar het zuidelijke deel van Noord-Amerika en overwintert daar tot in Mexico.

Leefgebied
Graag in de schaduw bij rustige poelen, meren en rivieren.
Voorkeur voor ondiep water in loofbossen. Carolinaeenden zitten graag hoog in bomen, meestal in paren of kleine groepjes. Zij kunnen behendig tussen de bomen door vliegen.
Broeden in de natuur gewoonlijk in een boomholte. De jongen laten zich uit het nest op de grond vallen.

Beschrijving
De woerd in broedkleed is zeer contrastrijk van kleur.
Opvallend zijn de helmvormige kop met een lange “kuif” in de nek. De kleuren zijn een mengeling van metalliek-groen, blauw en violet. Een witte streep loopt vanaf de witte keel en splitst in een witte streep omhoog naar de zijkant van de wang en onderlangs de kaak naar de nek.
Een andere witte streep loopt van achter het oog door langs de zijkant van de “kuif” naar de nek. De bovenborst is purperkleurig tot kastanjebruin. Onderkant van de borst en buik zijn wit.
De flanken zijn geelbruin. De vleugels zijn metalliek blauw, groen tot zwart. De stuit is violet. De staart is zwart met een metallieke weerschijn.
De snavel begint scharlakenrood met een geel bandje aan de snavelbasis, gaat vervolgens over van geel naar wit en weer naar geel met een zwarte snaveltip. Poten zijn helder okergeel.
Tijdens de ruiperiode in de zomer draagt het mannetje een eclipskleed en zijn helm en kuifveren op de kop verdwijnen. Hij lijkt dan wat op het vrouwtje, maar vooral de witte wang- en kaakstreep en licht getinte kop en rozerode snavel blijven onderscheidend..

Het vrouwtje is overwegend grijs met tinten van olijfgroen tot bronskleurig. De borst is licht gestreept en de zijden zijn licht gevlekt op een grijs tot bruine ondergrond. Een witte ring rond de ogen loopt in een lijntje iets naar achter uit, maar het lijntje is veel korter en de witte oogring wat dikker dan bij het vouwtje van de Mandarijneend (Aix galericulata) . De snavel is grijsachtig met een zwarte snaveltip en een wit lijntje aan de snavelbasis. Poten zijn gelig van kleur.

Ondersoorten/varianten
De soort  sponsa behoort tot het geslacht Aix, net zoals galericulata (Mandarijneend), wat duidt op verwantschap. Echter, ondanks hun verantschap zijn kruisingen (hybriden) in de praktijk nog nooit voorgekomen. Dit komt doordat de Mandarijneend een van de weinige watervogels is met een afwijkend aantal chromosomenparen (Dr. Siwo R. de Kloet). Eventuele bevruchte eieren van gemengde paren zullen zich nooit ontwikkelen en sterven in een vroeg stadium altijd af. Deze twee soorten kunnen dus zonder enig risico op kruisen samen worden gehouden.

De Carolinaeend kent geen ondersoorten.
Wel zijn er blonde, witte en zilveren mutanten.

Lengte en Gewicht
Gewicht: 43 – 51 cm.
Lengte: woerd +/- 680 gr., vrouwtje +/- 540 gr.

Levensverwachting
In beschermde omgeving: zo’n 15 jaar.

Huisvesting
Ze zijn geschikt voor zowel kleinere vijvers, als voor groter gemeenschappelijk perk, waar meerdere paartjes gehuisvest kunnen worden.

Gedrag
Carolinaeenden verplaatsen zich ook moeiteloos op het land en strijken in de vrije natuur vaak neer in bomen. Daarom behoren zij tot de zgn. roestende eenden.

Opmerkingen
Carolinaeenden zijn sterk, goed winterhard, gemakkelijk te houden en komen, mede door de opvallend gekleurde woerd, dan ook in veel collecties voor.
Buiten het baltsseizoen zijn ze niet bazig, niet territoriaal en niet erg luidruchtig.

Kweek
Monogame paarvorming vindt kort na de rui periode plaats.
Geslachtsrijp na 1 jaar
Carolinaeenden zijn holenbroederss en maken in beschermde omgeving gebruik van een nestkastje met ladder, zowel dichtbij als verder weg van het water. Soms nestelen zij ook in een ingegraven ton met toegangsbuis.

Legsel: 10 – 13 roomkleurige eieren. Het vrouwtje legt dagelijks.
Broedduur: 31 dagen, alleen het vrouwtje broedt.
Het uitbroeden van de eieren en het opfokken van de eendenkuikens is vrij gemakkelijk, ook voor beginnende liefhebbers.

Ringmaat: 9 mm

Voedsel
Meest gebruikte voedingsmiddelen in de praktijk:
bv. 80% totaalvoeder korrel voor Watervogels, 10% gras/groente, 10% granen:

Groeiend dier: tot 2 maanden: Opfokkorrel of kruimel fase 1
  tussen de 2 tot 4 maanden: Opfokkorrel fase 2
Volwassen dier: Totaalvoeder onderhouds- of basis korrel
Broedtijd: Totaalvoeder foktoomkorrel

Voedsel afgeschermd aanbieden.
Altijd vers zwemwater beschikbaar, dat ook als drinkwater wordt gebruikt.

Status
Komt in oorspronkelijk leefgebied veelvuldig voor.

Wetgeving
In Nederland geen beperkende wetgeving.

Literatuur
-
Watervogels houden…’t is een hobby!, 2003 – Liliane De Boeck-Pauchet
- Handbook of the birds of the World, vol. 1 Ostrich to Ducks, 1992 – del Hoyo et al.
- Die Entenvogel der Welt, 1999 – Hartmut Kolbe

Klik voor een vergroting
Woerd links, vrouw rechts.
Foto door J. Harteman
Klik voor een vergroting
Carolina-eend, woerd
Foto door Alfred en Corine Boer
Klik voor een vergroting
Carolina-eend, woerdje
Klik voor een vergroting
Woerd in eclipsrui.
Klik voor een vergroting
Carolina-eend, vrouwtje
Klik voor een vergroting
Carolina-eend, woerd