zaterdag 22 februari 2025

 

Verslag Aviornis Workshop 8 februari in Barneveld

 

Hoe herken ik ziekten van mijn vogels en wie helpt mij?

De workshop van 8 februari was bedoeld om kennis te maken met de verschillende ziekte oorzaken bij onze vogels. Bij elke verwekker zijn een aantal voorbeelden genoemd zonder daar diep op in te gaan. Dat willen we doen wij op een volgende workshop.

Daarnaast willen we onze dierhouders kennis laten maken met dierenartsen die belangstelling hebben voor onze diersoorten. Dit is van belang om snel over medicatie te beschikken. De dierenartsen leren elkaar kennen en een deel van hen heeft periodiek overleg in hun intervisie groep. Niet alle dierenartsen hebben al veel kennis van onze dieren maar dat kan door samenwerken veel verbeteren.

Onze veterinair adviseur dierenarts Sible Westendorp heeft ons uitgelegd op welke wijze de verschillende ziektekiemen ziekmakend zijn.

Bacteriën vergiftigen. Bij de groei en deling van bacteriën en bij hun afsterven ontstaan veel gifstoffen. Deze gifstoffen veroorzaken ontstekingen of orgaanreacties zoals diarree. Er zijn vele soorten bacteriën met elk hun specifieke problemen. Bacteriën zijn te bestrijden met antibiotica en soms ook te voorkomen door vaccinatie. Voorbeelden bij onze vogels zijn de luchtzak en leverontstekingen door riemerella pestifer, botulisme, muizenzeikziekte rodentiosis, vogel TBC en coryza.

Op onze huid en slijmvliezen wonen zeer veel goedaardige bacteriën. Dit zijn onschadelijk bacteriën die schadelijke bacteriën weren. Als er in die beschermende laag gaten vallen door ziekten of medicijngebruik, kunnen schadelijke bacteriën aanslaan. Daarom moeten we terughoudend zijn in het gebruik van medicijnen. Baat het niet, het schaad wel. Het principe dat goedaardige bacteriën ons beschermen tegen kwaadaardige heet kolonisatieresistentie.

Virussen zijn zelf geen levende wezens maar eigenlijk een stukje erfelijk materiaal dat in een lichaamscel wordt terecht komt . Daar maakt het gebruik van de celinhoud om hun erfelijk materiaal te vermenigvuldigen. Als de cel dan vol loopt barst deze kapot en gaan er duizenden nieuwe virussen de omringende cellen binnendringen. Die cellen gaan dan op hun beurt ook weer kapot. Virussen maken dus cellen kapot en vaak zijn zij sterk orgaan gebonden. Zoals bij darmaandoeningen of zenuwziekten.

Bekende virusziekten bij onze dieren zijn vogelgriep, de ziekte van Marek, pokkenvirus, eendenpest en usutuvirus. Tegen veel virussen zijn vaccins gemaakt. Virussen zijn niet gevoelig voor antibiotica.

Schimmels produceren gif en hun mycelium dat ingroeit beschadigd weefsel. Schimmels verspreiden zich door sporen. Schimmels in kaas zijn vaak goed eetbaar en niet giftig. Dat komt omdat zij groeien om een ideale voedingsbodem waarbij ze geen afval (gif) stoffen maken. Anders is het als schimmels op brood groeien. Daar vinden ze maar moeilijk hun voedsel en produceren juist veel afvalstoffen. Daarom kunnen we rustig een stukje roquefortkaas eten maar dezelfde penicillium roqueforti op brood maakt ons juist ziek. Schimmel in luchtzakken van eenden en zwanen komen vaak voor. Omdat de schimmel daar groeit op een goede voedingsbodem zijn de dieren niet duidelijk ziek want er wordt geen gif gevormd.  Echter de schimmel en mycelium belasten de luchtwegen ernstig. Ze verzwakken wel, ademen steeds moeilijker en worden zeer mager.

Parasieten komen voor in allerlei vormen in en op het lichaam. Ze zijn belastend zoals veerluis, bloedzuigend zoals bloedmijt, teken en luizen. Coccidiose is een typische jeugdziekte die zelden ziekmakend bij volwassen dieren worden gevonden. Elke diersoort heeft zijn eigen coccidiose. Ook wormen zijn sterk gastheer gebonden. Met mestonderzoek kan gekeken worden of er een infectie is. Voorbehoedend ontwormen kan dus niet. Als er geen wormen zijn heeft een behandeling geen zin. Vooral jonge dieren lopen een risico. Bij watervogels komen diverse wormsoorten voor die niet altijd gevoelig zijn voor de gangbare wormmiddelen. Op de wijze hoe  wij onze dieren houden hebben we geen groot risico. Diverse soorten en diverse leeftijden. Parasieten hebben het dan moeilijker. Daar waar veel van een soort en een leeftijd samen komen zien we eerder klachten. Malaria belast ook een deel van onze vogels. Er zijn wel medicijnen om het risico te verkleinen. Dat vraagt een goed samenspel met de dierenarts. Jaarlijks besteden we hier aandacht aan in ons Aviornisboekje.

Voeding is maar kort aandacht aan besteed. Dat is een onderwerp apart. Het voer moet ruim voldoende structuur hebben om goed te kunnen verteren. Daarom is brood ongezond. Dat zien we bij plaatsen waar mensen veel brood aan de eendjes voeren. Daar komt vaak eendenpest en worminfecties voor.

Vergiftigingen komen ook voor. Berucht is vingerhoedskruid nabij een vijver. De kleine zaadjes worden winterdag graag opgedoken door duikeendjes die dan hersenverschijnselen en hartlijden vertonen. Maar ook nieuwe eenden die de plant niet kennen, kunnen van het blad eten en sterven dan.

Taxus is ook giftig. Drijvende blaadjes zijn een groot risico voor eenden die aan het wateroppervlak filteren zoals zaagbekken.

EHBO. Dieren die ziek zijn drinken vaak niet. Ze drogen dan uit ook al zwemmen ze op de vijver. Dwangvoeding is dan alleen niet voldoende. De darmen werken niet meer bij indrogen. Onderhuids vocht toedienen met een lichte zoutoplossing ( 9 gram zout per 1 liter water) is dan noodzakelijk. 20-30 ml per kg vogel.

Wormonderzoek. Voor de liefhebbers was er een demonstratie mestonderzoek op wormeieren. De resultaten van de microscoop werden getoond op het scherm. De test is eenvoudig. Je moet echter wel een microscoop hebben. Op onze website staat een demonstratiefilmpje.

Netwerken. De aanwezige dierenartsen konden zich voorstellen aan de zaal. Daarnaast konden zij middels een sticker op de landkaart hun praktijk aanduiden. De dierenartsen die niet aanwezig konden zijn maar wel aan het netwerk willen deelnemen, hebben ook een sticker laten plakken. De lijst van deze dierenartsen en de landkaart komen op de website. Bij de netwerkborrel zijn vele goede contacten gelegd.

De NVWA heeft bij  monde van dierenarts Léon Labout ons geadviseerd scherp te blijven in het voorkomen van kippengriep. Aviaire influenza komt nog overal in het wild voor. Voorkom insleep en houd uw dieren beschermd. De folder van KleindierNed is daar een goede inspiratie voor. Deze folder is te vinden op onze website.

De Gezondheidsdienst voor Dieren kan een belangrijke ondersteuning zijn voor dierhouder en dierenarts. De GD is geen overheidsinstelling maar heeft de overheid wel als klant. De GD beschikt over nauwkeurige testen die kunnen worden ingezet voor aanvullend onderzoek. GD dierenarts Fiona Schoemaker-van Kaam heeft veel contact met de dierenartsen in het veld en is ook ons aanspreekpunt bij de GD.

De regelgeving rond het gebruik van medicijnen is erg strak geworden. We mogen weinig tot niets op voorraad hebben. Voor de dierenarts medicatie verstrekt dient deze eerst de dieren te zien. Daarom is het belangrijk een goed contact te hebben met een dierenarts in de nabijheid. Gerben Verrips heeft namens de intervisie dierenartsen de mogelijkheden voor medicijn inzet besproken. Door goed overleg tussen de dierenartsen kunnen zij elkaar adviseren.

Het uiteindelijke doel van deze workshop is dus het netwerken en het delen van kennis waardoor we er allen beter van worden. Er wordt veel geschreven over dierziekten maar deze zijn vaak moeilijk te herkennen. Door nu al onze informatie te bundelen kunnen we de belangrijkste klachten uitdiepen. Een dierhouder heeft meerdere mogelijkheden de klachten bij zijn dieren te bespreken of zijn dieren te laten onderzoeken. Als we dan die informatie samenbrengen in monitoring@aviornis.nl en dit op een volgende workshop bespreken zijn we als Aviornis professioneel bezig en hebben we argumenten tegen de krachten die onze hobby bedreigen.

 


 

Stroomschema Monitoring van klachten bij vogels

Als u als houder vragen heeft, over gezondheidsklachten van uw vogels, kunt u dit overleggen met uw dierenarts. Deze kan op zijn/haar beurt overleggen met de GD. Als uw dier dood is kunt u deze door uw dierenarts laten onderzoeken. Dit kan soms een cosmetische sectie zijn waarbij het dier nog is op te zetten. De dierenarts stuurt eventueel organen door naar de GD. U ontvangst dan van, of via de dierenarts een uitslag. Wij vragen uw dierenarts de bevindingen rechtstreeks of via u te melden aan monitoring@aviornis.nl.

U kunt ook uw dier rechtstreeks naar de GD sturen voor onderzoek. U krijgt het dier dan niet terug. U kunt ook rechtstreeks met de GD overleggen. Dat noemen de ze veekijker. Elke klacht of sectie graag doorgeven op monitoring@aviornis.nl. Dat kan onder naam maar mag ook onder code. In dat laatste geval de datum en postcode vermelden (bijv. 250208-4741). Daarna ook de uitslag van het vervolgonderzoek doorgeven.

Dierenartsen die lid zijn van de intervisiegroep hobbypluimveedierenartsen kunnen hun bevindingen delen in de groep. De besproken bevindingen worden dan weer opgeslagen bij monitoring@aviornis.nl. Uiteindelijk bundelen wij de klachten en van de meest voorkomende voorbeelden maken wij een workshop om de bevindingen met u te bespreken.

Om de privacy van de dierhouders maximaal te waarborgen slaan wij de casussen op onder code. Alleen de veterinaire adviseur van Aviornis heeft toegang tot monitoring@aviornis.nl en beheert deze. Dus de bevindingen worden anoniem gedeeld.

Bovenstaande procedure kunt u terugzien in bijgaand stroomschema (klik hier).