vrijdag 12 augustus 2005

 

Media drukte over mogelijke AI-dreiging

 

Persbericht uitgegeven door NWPP

Beste leden en overige bezoekers van onze website,

Bijgaand treft u een persbericht aan dat verstuurd is door de NWPP, de Nederlandse Werkgroep hobbymatig gehouden Pluimvee en Parkvogels. Aviornis maakt een prominent deel uit van deze landelijke werkgroep waar ook organisaties zoals NBvH en SZH deel van uit maken. De NWPP is officieel woordvoerder namens de fokkers van pluimvee en parkvogels, richting LNV en hebben inmiddels ook zitting in het crisisteam van LNV.

Gezamenlijk hebben we onderstaande tekst doen uit gaan om duidelijk ons standpunt weer te geven ten opzichte van de steeds absurder wordende meningen van andere partijen.

Door alle ervaringen opgedaan met de afgelopen crisis en de kennis die nu voorhanden is, is Aviornis behoorlijk kritischer ten opzichte van het officiele beleid dan de vorige keer. Althans, wanneer dit beleid de ervaringen en opgedane kennis niet gebruikt bij toekomstige omgang met een nieuwe uitbraak.

We proberen u via dit medium zo veel mogelijk op de hoogte te houden van de stand van zaken.

Het persbericht vindt u lager op deze pagina.

Vriendelijke groeten,

P.S. Kreijger
Voorzitter

 


Nederlandse Werkgroep hobbymatig gehouden pluimvee en parkvogels (NWPP) is voorlopig tegen een ophokplicht van hobbypluimvee en parkvogels

De NWPP is voorlopig tegen het ophokken van hobbymatig gehouden pluimvee en parkvogels om de volgende redenen:

  1. De routes van trekvogels uit het gebied met hoogpathogeen AI gaan niet over Nederland
  2. Hobbypluimvee en parkvogels vormen geen of nauwelijks enig risico voor het oppakken en verspreiden van AI
  3. Een ophokplicht leidt altijd tot verminderd dierenwelzijn en moet alleen dan worden ingezet als het echt nodig is.
  4. Bepaalde soorten watervogels zijn uit het oogpunt van welzijn en gezondheid domweg niet op te hokken en moeten beschouwd worden als wilde vogels

De NWPP heeft hiervoor als motivatie dat uit divers onderzoek* is gebleken dat hobbymatig gehouden pluimvee niet of nauwelijks enig risico vormt in de verspreiding van AI. Daarbij komt dat de gevreesde trekvogels, die Nederland en omstreken aandoen beslist niet uit de gevarenzones afkomstig zijn.**

Indien de deskundigencommissie van LNV, na raadpleging van de vogeltrekdeskundigen toch tot de conclusie komt dat ophokken van pluimvee gewenst is, dient dit niet te gelden voor het hobbymatig gehouden pluimvee. De NWPP zal zich bij een daadwerkelijke uitbraak of serieuze dreiging in Nederland en/of omliggende landen wèl inspannen om het verplaatsen van dieren te verbieden en om de belangrijkste hygiënemaatregelen in acht te nemen ter voorkoming van insleep en verspreiding van de ziekte. Het ophokken van hobby-pluimvee en parkvogels moet gezien worden als het houden van deze vogels binnen hun eigen terrein zonder contact met de buitenwereld en met inachtneming van de hygiënevoorschriften.

Aldus de NWPP, waarin vertegenwoordigd: Aviornis, NBvH, SZH, WPSA

Voor meer informatie:

  • Sible Westendorp 06.51.20.64.39 en
  • Paula Polman 06.51.13.41.03

*Bij de uitbraak indertijd in Dinteloord bleek na uitgebreid onderzoek dat al het hobbymatig gehouden pluimvee vrij was van AI en AI antistoffen ondanks het feit dat er drie professionele bedrijven in de regio waren besmet.

**In het boek "Vogeltrek over Nederland 1976 - 1993" uit 2002 (blz. 350 e.v.) van de Landelijke Werkgroep Vogeltrektellen (LWVT) en Sovon Vogelonderzoek Nederland, staat onomstotelijk omschreven dat de trekroutes, die langs en over Nederland lopen, zeker niet hun startpunt of eindpunt hebben in de gebieden waar momenteel hoog pathogeen AI is vastgesteld. De "West Europese c.q. Nederlandse" trekroutes lopen duidelijk van Noordwest/Oost naar Zuid West en komen derhalve vanaf Scandinavië, Spitsbergen, Nova Zembla en de poolcirkel. De "risicogroep" zou met name de (sub-)arctische ganzen, zwanen en eenden betreffen. Echter de Europese wintergasten komen uit niet besmet gebied. Het gebied in Rusland en Kazachstan waar nu AI is vastgesteld, ligt tegen de "haard" in Zuid Oost Azië aan en daar vandaan of daar naartoe vliegen geen West Europese trekvogels. Het ligt veel te ver oostelijk. Zelfs de sub-winterpopulatie van overwinterende roodhalsganzen die zuidoostelijk trekken (en dus zeker niet in West Europa terechtkomen) verblijven in het winterseizoen in vooralsnog niet besmet gebied.