Eend
Deel 18, maart 2010
Is de Wilde Eend (Anas platyrhynchos) “wild”?
Om daar achter te kunnen komen moeten we eerst een definitie hebben wat “wild” eigenlijk betekent.
Om maar eens in jagerstaal te beginnen is wild alles waarop volgens de wet mag worden gejaagd.
Het grote woordenboek zegt over wild: “niet tam”; of…”in de vrije natuur; in de vrije natuur levende dieren”.
Zo, nu hebben we al verschillende betekenissen voor hetzelfde woord, die, als je het goed beschouwd, allemaal op hetzelfde neerkomen.
Per definitie is de wilde eend dus “wild”.
Hetgeen nou weer niet direkt wil zeggen dat deze vogel met zijn vlerken vaak hysterisch om zich heen staat te wapperen of hard heen en weer rent als een A.D.H.D. ventje.
Maar het zou dus wel kunnen betekenen, wanneer je als mens een wilde eend benadert, die eend zich zo snel mogelijk uit de voeten (vleugels) zal maken.
Meestal doet ie dat ook wel, maar heel vaak ook niet.
Nee en nou zie ik u al denken: “Bij ons broeden ze in de tuin en eentje zelfs naast de voordeur onder de klimopstruik. Elk jaar weer en ze schijten alles onder!”
Iemand anders: “bij ons broeden de wilden eenden op het balkon in een bloembak!”
Een groot deel van de Nederlandse wilde eenden is eigenlijk helemaal niet zo wild als hun naam doet vermoeden.
We hebben die categorie dan ook andere namen gegeven: stadseenden, dorpseenden poldereenden of parkeenden.
Misschien weet u er ook nog wel een paar namen voor.
Ach, u kent ze wel, meestal, maar ook weer niet altijd, zijn ze in vaak afschuwelijke bonte uitvoeringen, veel wit, veel zwart, maar ook verbleekte kleuren komen voor.
Deze soorten zijn vaak wat minder schuw ten opzichte van de mens, helemaal op die plaatsen waar ze met regelmaat gevoerd worden.
U doet dat vast wel eens, samen met de (klein) kinderen naar het park om de eendjes te gaan voeren, of u gaat gewoon alleen.
Eenmaal staande aan de vijverrand hebt u zo maar een horde van die “niet meer wilde” exemplaren aan uw voeten.
In najaar-, en wintermaanden zijn die in aantal ook nog eens toegenomen door rust-, en luwtezoekende poldereenden, die al heel snel door hebben waar er wat te halen valt.
Eerst nog wat afwachtend op de achtergrond maar later al wat meer doortastend (zien eten doet volgen) voegen ze zich dan bij de rest.
De kooiker heeft al eeuwenlang gebruik gemaakt van deze eigenschap.
Wat voor betekenis heeft de wilde eend nu voor Aviornisleden?
Dat hangt er van af waar ze wonen en of ze zelf een vijver hebben voor hun watervogels.
Wonen ze in of bij een dorp of stad met sloten, grachten of kanalen of in waterrijk gebied, dan kunnen ze vroeg of laat zo maar ineens een paar van die exemplaren in hun vijver of tuin aantreffen.
Gezellig, watervogels onder elkaar.
Het wordt nog gezelliger wanneer die watervogelliefhebbers ook nog kwakereenden houden.
De vrouwtjes van dit ras zijn door het aanroepen van hun wilde soortgenoten beroemd geworden!
Mocht u heel veel “Anas platyrhynchos” op uw vijver te gast krijgen en ze weten ook de voerbak regelmatig te plunderen, dan resten er maar twee maatregelen.
Of het gehele terrein met een net overspannen, of de kwakers de deur uit!
Beide kan ook en is zo mogelijk nog beter.
Andere mogelijkheden zijn er niet binnen de huidige wetgeving!
U mag ze niet verstoren op straffe van een boete, ook al is “de wilde eend” nog zo tam geworden.
“ Ja, want als ik de keukendeur per ongeluk open heb laten staan lopen ze zo maar naar binnen voordat ik er erg in heb!”
Het is wel zeker dat u ze dan regelmatig hebt gevoerd.
Mocht dat echter vaak gebeuren, dan kunt u proberen ze met zachte hand de deur te wijzen en als dat geen resultaat oplevert, is het tonen van een braadpan een optie.
Maar ik betwijfel of dat effekt heeft, een hapjespan in ieder geval zeer zeker niet!
Wordt de “wilde”eend dan langzamerhand steeds meer een cultuurvolger?
O, dat zou zo maar kunnen, ik zag er laatst een zwemmen in het bekken van een fontein in onze hoofdstad.
De vos is soms ook een cultuurvolger geworden.
Ook zo’n wild dier, dat in stedelijke gebieden steeds meer de nabijheid van de mens is gaan opzoeken.
Ze ondergaan dan een gedaantewisseling en gaan als “patatvossen” door het leven en struinen vuilnisbakken, vuilstortplaatsen en tuinen af.
Bovendien maken ze ook nog eens regelmatig misbruik van het zorgvuldig opgekweekte pluimvee uit de “backyard” van de liefhebber.
Nee, laat alstublieft de wilde eend “wild” blijven, want anders hebben de groene mannen als Bart Smit en kompanen in het najaar en winter niets meer om naar uit te kijken. (hoewel, de bonte smaken ook wel goed!).
Bart Smit