Opgelost

Deel 22, juli 2010

         Ik schreef wel eens dat ik helemaal naar werd van de problematiek rondom de status van de “hobbydierhouders” en daar moest ik dan ook maar eens mee ophouden.
Dat ga ik ook doen maar eerst nog even het verhaaltje afmaken.
Houders van “hobbydieren”, in ons geval houders van hoogwaardig pluimvee, hadden in het verleden generlei status, maar hebben zich te voegen naar de wetten en regels.
Wetten en regels zoals ze voor al die andere pluimveehouders gelden en dat zijn de grote bedrijven met miljoenen commerciële mestdieren in grote loodsen.
         Wij, met onze oorspronkelijke vogelsoorten, welke nog precies in dezelfde vormen en kleuren als in het land van herkomst voor komen, moeten ons voegen naar de wetten en regels, gemaakt voor en door de plofkuikenbedrijven.
Deze bedrijven, bang voor de eigengereidheid van de particulieren, die door de vrije uitloop van hun geliefde pluimvee de nering van de groten bedreigen, kunnen af en toe behoorlijk brullen.
         Maarrrrr…., op termijn is het allemaal voorbij, is het allemaal opgelost!
Ziektes, veroorzaakt door dieren, die overslaan op mensen, zijn in de toekomst verleden tijd!
De zeer grote pluimvee-industrieën zullen gaan verdwijnen, de gehele branche is gedoemd tot uitsterven, de hele sector wordt overbodig.
Ooit zal de oude bio-industrie ophouden te bestaan, een andere, nieuwe bio-industrie zal zijn intrede in Nederland doen.
Een geheel andere vorm van bio-industrie zal in gang worden gezet, een veel minder vervuilende vorm ook, met heel veel minder gedoe.
Ook nog op een veel kleinere schaal in het begin, later, wanneer het wel eens uit zou kunnen groeien tot een succes, zal er hier en daar mogelijk een wat groter gebouw te zien zijn.
Maar zo groot, zo massaal en kolossaal als er nu commercieel pluimvee wordt gehouden zal het wel nooit worden.
         Dat kun je natuurlijk dan misschien beter niet zo opschrijven, want dat klink ook eigenlijk best wel heel eng.
Als het werkelijk lukt, om Nederland en de Nederlanders massaal aan het eten van insekten te krijgen, dan zou het zo maar kunnen dat er op kleine oppervlaktes enorme hoeveelheden meelwormen, krekels, moriowormen, buffalowormen, aardwormen, honingbijen en hun larven, termieten, libellenlarven en maden zullen worden gekweekt.
         Het kweken van vlees wordt langzamerhand veel te duur en er moet veel, heel veel landbouwgrond en oerwoud worden gebruikt om al dat voedsel te kweken dat het vlees nodig heeft om te kunnen groeien.
Lang niet zo veel gras zal er nodig zijn voor het kweken van sprinkhanen en ik heb zo het vermoeden, dat meelwormen met nog veel minder genoegen nemen en al zullen groeien van meel.
Als dan ook nog blijkt, dat de voedingswaarden zoals eiwitten en mineralen beslist niet onderdoen ten opzichte van het pluimveevlees dat wij gewend zijn te eten, waar wachten we dan nog op?
         Het kweken van die miljoenen, wat zeg ik, miljarden kruipende insekten zal ongetwijfeld diervriendelijker zijn dan wat er nu in de bio-industrie plaats vindt, maar hoe je nu precies een diervriendelijke bio-stal voor insekten in richt zou ik ook zo een, twee, drie niet kunnen zeggen.
Zou de Partij voor de Dieren hier ook niet blij mee zijn?
Dat is nu nog niet te voorspellen.
         Er zijn in de gehele wereld zo’n 1400 eetbare insektensoorten, dus het moet mogelijk zijn ergens een lekkere keuze te kunnen maken.
Het blijft natuurlijk altijd uitkijken geblazen als je insekten uit het wild gaat eten, zonder dat ze in een of andere vorm zijn behandeld, want er kunnen altijd enge overdraagbare ziektes op de loer liggen.
Bovendien moet je ze eerst nog gaan vangen en voor een lekker maaltje heb je er per persoon vast nog wel een paar dozijn nodig.
Daarom zal het zijn aan te raden de lekkerste eetbare insektensoorten massaal te gaan kweken  door gecertificeerde “krekelkwekers”, natuurlijk volgens de maatstaven, regels en wetten opgelegd en gecontroleerd door een ministerie van landbouw afdeling: “ insekten”.
Je zult vaak ook wel weer onderscheid krijgen, want er zullen altijd mensen zijn die beslist “uitsluitend biologisch gekweekte insekten” zullen willen consumeren.
Maar dat is niet erg, concurrentie moet er zijn.
         Een andere, prettige en heel speciale bijkomstigheid, is het feit, dat niemand en dan ook werkelijk niemand meer met ons “hobbypluimvee” kan gaan sollen.
Want wij zullen nog wel steeds pluimvee voor ons plezier gaan houden, het houden van Aviornisvogels zit ons nou eenmaal in het bloed.
Gevaren, die onze vogels bedreigen en dan tevens ook de commerciële pluimvee-industrie en die met vrije uitloop, die zijn er dan niet meer, want de commerciëlen zijn opgehouden te bestaan.
Met andere woorden, een uit de lucht gevallen poepje van een overvliegende trekvogel is dan van nul en generlei waarde geworden (maar dat was het al).
         Deze hele materie, het eten van bio-insekten in plaats van bio-vlees, zal nog wel niet zo snel van start gaan, maar op den duur zou het nog best eens kunnen gaan lukken, als we ons in de westerse wereld over het lugubere idee ”mens eet insekt” heen kunnen zetten.
In verre Afrikaanse landen is het eten van insekten (al of niet levend) al heel gewoon maar de mensen daar zullen wel weer griezelen bij het zien van Nederlanders die een  zoute haring naar binnen werken.
Als het lukt zou het voor alle Aviornisleden heel fijn zijn, want als er geen bio-industrie meer is, zie ik het echt niet meer gaan gebeuren dat er dan weer zo nu en dan een foeilelijke, onnodige tijdelijke ophokregeling zal worden opgelegd.
         Particuliere insektenkwekers, hoe duurzaam en biologisch ook, waarschuw ik nu toch maar bij voorbaat.
Zij zullen er toch maar beter aan doen, niet met vrije uitloop te gaan beginnen, want voordat je het weet zullen ook zij weer zuchten onder de dan wettelijke verplichting in landsbelang, omdat er in voor-, en najaar mogelijk overvliegende trekinsekten worden verwacht!

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland.

De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.