Exoten
Deel 26, november 2010
Ach ja, exoten.
Daar kunnen wij als leden van Aviornis wel over mee praten.
Soms hebben wij niet anders.
Soms hebben wij wél anders, als het Europese soorten zijn, maar heel vaak ook niet, wanneer de gehouden vogelsoorten uit verre streken komen.
O wee, wanneer die exoten dan plotseling per ongeluk wel eens ontsnappen en in de natuur terecht komen.
Dat is dus niet leuk, dan krijg je met het grootste gemak en heel eenvoudig “faunavervalsing” en dat is dus absoluut niet de bedoeling.
Het mag dan geweldig zijn, dat de biodiversiteit in ons land een toename kent i.p.v. een afname, maar exoten dragen daar niet echt aan bij.
Het is bovendien zelfs wel gevaarlijk op den duur, want vaak worden pas na jaren de gevolgen van die vervalsing zichtbaar.
De ene generatie Nederlanders laat per ongeluk een diersoort (geldt ook voor planten) ontsnappen, de volgende generatie worstelt met de gevolgen daarvan.
Vandaar dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een aparte afdeling: “Invasive Exoten” heeft op gezet.
Deze afdeling (van 3 man) moet zich gaan bezighouden met het voorlichten, omgaan en/of bestrijden van exoten, met een werkkapitaal van een paar miljoen per jaar.
Daarmee zijn ze natuurlijk weer rijkelijk aan de late kant, want wanneer de Flora en Faunawet er niet was geweest, dan waren dergelijk exoten veel eenvoudiger te bestrijden.
Nu zal het mij verder wel worst wezen, maar men heeft toentertijd bij de invoering van deze wet besloten dat elk diertje en plantje bescherming behoeft, tenzij…
Wanneer het echter met een bepaalde dier/plant in de samenleving fout gaat, ben je op die manier altijd met het bestrijden van de gevolgen te laat.
Met een invasive exoot moet je niet treuzelen, maar meteen ingrijpen, want later is op termijn altijd te laat.
Dat zie je aan de gevolgen van de ontsnapte ruddy ducks.
Om deze vogels onder controle te brengen en de populatie tot nul te reduceren is heel veel inspanning nodig en van nu af aan zal voor deze soort de grond onder hun zwemvliezen wel heel erg heet worden.
Kijk ook eens naar de gevolgen van de, met schepen binnengekomen, huiskraai.
Een vogel ongeveer zo groot als een kauwtje, afkomstig uit India, die nu al 16 jaar in Nederland (Hoek van Holland) een steeds groter wordende populatie is gaan vormen.
Er wordt wel telkens over deze vogels gepraat, maar nog steeds niets aan gedaan!!
Daarom vind ik het nu ook weer zo vreemd, dat in het noorden van het land een kleine populatie wallaby’s (klein soort kangoeroe) in het wild is gesignaleerd, met zelfs witte exemplaren ertussen, die gewoon maar mogen doorfokken en voortbestaan.
“Ja,”zei de boswachter voor de camera van een televisie-uitzending, “veel meer moeten er ook niet komen, want dan kon het wel eens gevaarlijk worden als ze de weg over steken”.
Ja, denk ik dan, dat kan nu ook wel gevaarlijk worden als ze de oversteek maken, ook al zijn het er nog maar een paar.
Maar weet u, ze zien er zo aardig en lief uit en ze huppen zo leuk, dus ze laten ze blijkbaar nog maar even met rust en opruimen geeft weer zo veel commotie onder de voorstanders.
Later is te laat, beste boswachters en andere lieden die over onze Nederlandse fauna gaan; hoeveel gruwelijke ongelukken moeten er eerst tot stand komen voordat men de put dempt?
Er zijn nu al in de provincies Noord Brabant, Noord Holland, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland soortgenoten in het wild gesignaleerd.
Kennelijk is het Nederlandse klimaat uitermate geschikt voor deze kangoeroesoort, want je komt ze nu dus bijna overal al tegen en wacht maar, wanneer ze straks elkaar eens tegenkomen!
Bestrijden en de aantallen tot nul reduceren wordt, naarmate de tijd verstrijkt, steeds ingewikkelder.
Als we een aantal jaren verder zijn wordt dat bijkans onmogelijk en hebben we er weer een probleem bij, net zoals de damherten (oorspronkelijk ook exoten, maar wat meer ingeburgerd) uit de Amsterdams Waterleidingduinen.
Deze dieren richten nu door slecht beheer bij veel aanwonende huizenbezitters heel veel schade aan, door ondermeer de bloemetjes uit bijvoorbeeld de viooltjes uit de achtertuin te eten en dat is dan nog de “minst” ergerlijke vorm van vandalisme.
In een andere context heb ik ooit eens een mooie uitdrukking voor “slecht beheer” gelezen en die gebruikt in een andere column, waar het de: “de georganiseerde onverantwoordelijkheid” werd genoemd.
Je kunt, in een klein en overvol land als Nederland, nou eenmaal niet de “natuur zijn gang laten gaan”.
Goh, die uitdrukking komt mij ook bekend voor, had ik die ook al niet eens eerder gebruikt?
Bart Smit