De groenen

Deel 3, december 2008

          Ja, u leest het goed, er staat de groenen, niet de groenten of de groeten.
Het gaat over de groene mannetjes (soms ook vrouwtjes) die u in de wintermaanden kunt zien lopen in het vrije veld.
In de wintermaanden, wanneer de bodem soms sopt door het vele gevallen water.
Wanneer sneeuw en hagelbuien de landerijen teisteren en het koud en guur kan zijn.
Wat zijn dat dan voor mensen?
Dat zijn jagers, die proberen wild te bemachtigen of doen aan schadebestrijding of preventie.
Ik doe daar ferm aan mee.
Jazeker, Bart Smit is, naast vogelliefhebber, ook jager.
Komt in de beste families voor, er zijn vele Aviornisleden van “het zelfde slag”.
Op 20 oktober van het jaar 2008 lees ik trouwens in de krant, dat de meeste Nederlanders afstammen van jagers uit de steentijd (35.000 jaar geleden)
          Vele uren heb ik al doorgebracht naast gelegerd graan, velden met velderwten, percelen winterwortels en hectares pas ingezaagd gras of wintergraan.
Ach, vraag me er niet naar, want ik kan zo maar geruime tijd vullen met een hoeveelheid anekdotes en waar gebeurde jachtverhalen.
Vissers kunnen dat ook zo goed, maar mijn verhalen worden niet verteld in een oude taal.

          We leven met z’n allen in een klein land en er moet, naast asfalt en bebouwing, plaats zijn voor allemaal en iedereen, maar de akkerbouwer wil ook wel graag wat verdienen om verder te kunnen leven.
Een hectare winterwortels kan in één avond en nacht door een enorme kudde overzomerende grauwe ganzen dusdanig zijn aangevreten, dat je de helft van het gewas niet meer kunt gebruiken.
Aangevreten, platgewalst, onder gescheten en een perceel velderwten, in de zomer, ondergaat door wolken houtduiven met gemak hetzelfde lot.
Door nu en dan te pogen er een aantal tussen uit te schieten schrikt de rest hopelijk zo, dat ze voorlopig niet terugkomen.
Bovendien en dat zal ik nooit ontkennen, wild is lekker!
Mager scharrelvlees, biologisch geteeld!
Wilde varkens, hert of  ree is “not my cup of tea”, maar daar lust ik  wel een stukje van!
          Iemand zei: “We hebben ons als mens niet de weg naar de top van de voedselketen gevochten om als vegetariër te eindigen”, al respecteer ik die levenshouding natuurlijk wel.
Kan het ook anders zeggen: “Als het niet de bedoeling was geweest om dieren te eten, waarom zijn ze dan van vlees gemaakt?”
Onze verre oervoorouders leefden van jacht en visvangst.
Daarna zijn ze gaan boeren en dat ging zo maar door en u ziet nu wat er daarna is gebeurd.
Als we niet jagen, (=oogsten uit de natuur), dan moeten we het kweken en dan krijgen we  van die bio-industrie, waar we dan weer nachten van wakker van liggen.
Want het lijkt raar, maar elk jaar weer, tegen de kerstdagen, is door consumenten de vraag naar wild weer gestegen en al doen we nog zo goed ons best, wij, de Nederlandse jagers, wij kunnen nooit aan die immer groter wordende vraag voldoen.
Dan maar importeren, maar dat is lang niet zo lekker!

In de herfst en winter is menig konijn het haasje en menig haas ondergaat hetzelfde lot.
Is dat dan niet zielig voor het dier? Ja, dat is het zeker.
Maar het lijkt mij altijd nog prettiger, voor bijvoorbeeld een fazant, om te mogen doen en laten wat je wilt in de buitenlucht, gedurende een zestal seizoenen, dan als plofkip slechts een zestal weken te mogen leven tussen duizenden soortgenoten in een klimaatgestuurde megastal.
          Natuurlijk had ik moeite met het mikken op wilde kuifeend, slob en smient, toen ik ze, eenmaal lid geworden van Aviornis, zelf op de vijver had.
Nu zijn bijna alle (water)vogels beschermd.
Onder de toenmalige Jachtwet mocht veel meer dan onder de huidige wetgeving.
Het uitbroeden van de eieren van uitgemaaide nesten werd toen ruimhartig toegestaan en menig fazantenkuiken kreeg een toekomst in de vrije natuur.
Tegenwoordig is dat allemaal verboden, al heb ik soms mijn twijfels of het niet toch zo nu en dan stiekem nog gebeurt, ook met andere soorten.
          Is er nog een moraal aan deze ontboezemingen? 
Jazeker, jagen en lid zijn van Aviornis gaat heel goed samen, het ene sluit namelijk het andere niet uit.
Door zelf de vogels te houden, die je buiten het perk of volière tegenkomt, is meer respect gecreëerd.
Meer respect, begrip en aandacht voor de schoonheid van de in het wild levende soortgenoten.
 Zijn we echter eenmaal in het groen, dan is één vogel in de hand altijd beter dan de (inmiddels) nog negen in de lucht.
Maar wees gerust, bij mij is elk schot is nog lang geen eendvogel en hebben er al ontelbare hazen het bekende pad gekozen voordat ik überhaupt in de buurt was!

Bart Smit

Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland.
De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.
Grauwe ganzen, Anser anser