Kwestie van vertrouwen
Deel 43, mei 2012
Het was onlangs in het in het nieuws.
De nationale ombudsman gaat bezig om het vertrouwen van de burger in de overheid terug te krijgen en daarvoor moet de onderste steen boven.
Het vertrouwen van, zoals hij het noemde: “de nietsvermoedende voorbijgaande fietser”, is tijdens en na de crisis rondom de Q-koorts ernstig geschaad, omdat de overheid niets deed om burgers te beschermen tegen de ernstige gevolgen van de gevaarlijke bacterie.
Het ministeries beschermden wél de geiten-, en schapenhouders, door niet te vertellen welke bedrijven er besmet waren, maar de aanwonenden en voorbijgangers c.q. vakantiegangers werden onwetend gehouden.
Zo hoort het natuurlijk niet te gaan, de overheid hoort de burgers te beschermen, niet ernstig ziek te laten worden of erger!
Maar ook bij de “plofkippen”, (u weet wel, die kippen die maar 6 weken mogen leven), bij die kippen gaat het nog steeds fout vanwege de toediening van antibiotica om te voorkomen dat duizenden kuikens voortijdig ziek worden.
Ook hier hoort de overheid de bevolking te beschermen, maar het gaat maar door en consumenten kunnen nu zo maar in contact komen met de gevaarlijke ESBL-bacterie, zonder dat er een remedie tegen is.
Het gaat dus te vaak mis, omdat het bij de overheid ook mensenwerk is, maar het kan ook gewoon onbenul en onkunde zijn en men maakt soms vreemde afwegingen.
Zo ook een aantal jaren geleden door een paar ambtenaren belast met handhaving van wetten en regels bij veehouders.
Zo las ik laatst dat op een bedrijf alle runderen halsoverkop in beslag waren genomen en verwijderd, omdat er volgens de wetshandhavers iets faliekant niet pluis was!
De eigenaar en zijn gezin moesten noodgedwongen drie jaar lang zeer zuinig leven vanwege nu geen inkomen meer, maar kregen na deze periode te horen dat er uit gedegen onderzoek door derden was gebleken, dat de gehele aktie foutief was geweest.
De ambtenaren hadden fout gehandeld en de algehele ontruiming plus de jarenlange knagende onzekerheid waren absoluut onnodig geweest, wanneer er beter was nagedacht en gezonder was gehandeld.
Het komt helaas veel vaker voor, dat regelgevers en wetshandhavers zeer kort door de bocht gaan en slechts denken aan onduidelijk belang en dat op soms draconische manieren tot stand willen brengen.
Als het om wetten en regels omtrent dieren en natuur gaat, gaat het geheid heel vaak mis!
Kijk maar naar de vreemde kronkels in de Flora en Faunawet en de crises rond de varkenspest, mondenklauwzeer, vogelpest en Q-koorts.
Natuurlijk, dat zijn geen kleinigheden geweest, dat is zeker.
De belangen bij een goede afloop waren groot, echter de financiële belangen bij bepaalde groeperingen waren nog veel groter en er werd door de beleidslieden op het betreffende ministerie heel snel voorbij gegaan aan de zéér grote emotionele en andere belangen van de nietsvermoedende bevolking.
De mening van de bevolking deed er eigenlijk ook niet zo veel toe, de beleidslieden maakten wel uit wat goed voor de mensheid was.
Nu moet ik er veiligheidshalve aan toevoegen, dat ik van jongs af aan een groot vertrouwen in ambtenaren op ministeries heb gehad.
Ik ben er altijd van uitgegaan, als je daar, op die hoge posten, eenmaal zat, dan had je wat geleerd en kon je wat presteren!
Echter, in de loop der jaren bleek keer op keer, dat het soort vertrouwen dat ik had, absoluut niet waardevast was.
Keer op keer ontdekte ik, dat op ministeries mensen zitten, die rare beslissingen nemen en die deze vrijwel nooit gaan herroepen of over hun eigen schaduw heen stappen.
Ik heb nooit begrepen dat men het destijds heeft goedgevonden dat de uit voorzorg (al of niet besmette) gedode runderen op elkaar gestapeld en gedeeltelijk geplet in niet vloeistofdichte vrachtwagens werden geladen, die aan de bovenkant slechts waren voorzien van een klapperend afdekzeil, om afgevoerd te worden naar de destructie.
Gevaarlijke virussen konden daardoor onderweg gemakkelijk aan de onderkant wegsijpelen en aan de bovenkant wegwaaien.
Ik heb ook nooit begrepen, dat houders van pluimvee hun dierbare vogels gedurende een bepaalde periode van meerder maanden moesten ophokken wanneer ze aan de buitenkant van het bord van de bebouwde kom woonden, terwijl soortgelijke liefhebbers aan de andere kant van dat bord (dus binnen de bebouwde kom) dat niet behoefden te doen.
De regelgever had bedacht en vastgesteld: “dat trekvogels niet over dorpen en steden vlogen” en ik zou nog best eens met die mensen willen praten!
In het kader van het “landsbelang” moesten pluimveeliefhebbers, per ongeluk wonende in bepaalde cirkel rondom een besmet megapluimveebedrijf hun pluimvee zonder pardon ter plekke laten dood maken.
Waren dat er in de buurt te veel, dan moesten houders van pluimgevogelte verplicht hun vogels in kratten langs de openbare weg zetten.
Zo konden deze dan worden opgehaald door transportwagens, zodat de vogels van de nietsvermoedende burger, aan wiens liefhebberij een onbegrepen, wreed en abrupt einde kwam, elders gedood konden worden.
Men had het zo bedacht, om te voorkomen dat het vogelpestvirus verder zou worden verspreid en zo werd het mogelijk aanwezige virus weer vrolijk verder verdeeld door de regio.
De niet gehouden vogels, misschien wel aanwezig op hetzelfde erf of in dezelfde tuin, maar aan de andere kant van de afrastering, trof geen enkele blaam, die mochten vrolijk verder leven en geheel zelfstandig het virus verspreiden!
Ach, waarschijnlijk denkt u nu, wat heeft het voor zin om die geschiedenis weer op te rakelen?
Wat geweest is is geweest, dat weet ik ook, maar de geschiedenis herhaalt zich maar al te vaak (is ook een Franse uitdrukking voor) en daar ben ik absoluut geen voorstander van.
Helaas zijn vreemde beslissingen en rare maatregelen door de overheid van alle tijden!
Ik geef het u nu al op een briefje, wat heet, een heel A4-tje vol, dat de “overheid” niet bezig is om het ons, liefhebbers van dieren en vogels in de ruimste zin, smaakvol naar de zin te maken. Nee, als er ergens iets leuks gebeurt, bijvoorbeeld op het gebied van het houden van, het welzijn en het welbehagen van bijvoorbeeld oorspronkelijke watervogelsoorten, dan is er vlot een aktie op komst van een leger aan diep ontroerde ambtenaren.
Je moet het voor burgers met een vogelhobby natuurlijk niet leuker gaan maken, wel moeilijker.
Ook nu blijkt maar weer hoe het gelijk mis gaat, want bijzonder veel verstand van watervogels en begrip voor de houders daarvan hebben de betreffende beleidsmakers meestal niet. Als je als ambtenaar eenmaal hebt vastgesteld, dat alles wat je van de burger wilt, aan alle kanten volkomen wettelijk dichtgetimmerd lijkt, compleet met burgerservicenummer, ga je niet je licht opsteken, laat je je niet voorlichten en doe je verder zeer onduidelijk en uiterst moeilijk. Want je gaat natuurlijk niet zagen aan de poten van je eigen bureaustoel!
“Wij weten van goed voor jullie is hoor, dat is gewoon een kwestie van vertrouwen”.
Kijk, daar ben ik nu al lang niet meer zo zeker van!
Bart Smit
NB. Veertjes is een regelmatige bijdrage op de website van Aviornis Nederland. De column geeft niet noodzakelijk de officiële mening van Aviornis weer.