Vrije geluiden
Deel 77, december 2015
Dit verhaal gaat in principe over weidevogels, maar hier en daar kan zonder moeite de moeizame groei van de in Nederland aanwezige kraanvogel-, en korhoenderpopulatie ingevuld worden.
“Vrije geluiden”, eens was dit de naam van een gids van de VPRO, waarin je kon zien welke geluiden in de vorm van radioprogramma’s er door de ether tot ons kwamen en tegenwoordig heeft het met muziek van dezelfde omroep te maken.
Maar waar ik nu eigenlijk op doel zijn de geluiden, die we ooit konden horen op een mooie voorjaarsmorgen, als de grutto’s en kievieten hun baltsroepen boven de steeds groener wordende landerijen lieten horen.
Ik heb u wel eens verteld dat mijn broer Jan en ik “groene mannetjes” zijn.
Die uitdrukking betekent niet overal hetzelfde, maar in ons land wil dat zeggen dat we jagers en natuurliefhebbers zijn; we voelen ons verbonden met de natuur.
Omgekeerde volgorde mag ook, ons maakt dat niets uit; u mag ons echter geen “plezierjagers” noemen, ondanks dat er af en toe best nog wel wat gelachen wordt, maar we zijn verder vrij serieus.
We doen het graag, met passie, noemen het ook wel “een manier van leven”.
Maar dat lijkt dan weer op een hobby en je mag ons dan van de P.v.d.D. absoluut ook geen “hobbyjagers” noemen want dat is ook heel fout.
Hoe kun je nou van de natuur houden en dan tevens dieren daaruit doden?
Voor veel mensen in ons land is dat maar een rare combinatie en ook heel veel mensen waren daar tegen; er was dan een “verminderd draagvlak ” zoals dat dan heet.
Gelukkig is het tij aan het keren en zijn er steeds meer mensen die vinden dat scharrelvlees wel moet worden opgegeten.
Je houdt van de natuur en oogst daaruit ook wat zo nu en dan en dat is al duizenden jaren aan de gang en voor de duizenden jagers in Nederland een logische conclusie.
Maar dat is het niet alleen, als het moet doe je ook je best om de zwakkeren in die natuur zo veel mogelijk te helpen, door bijvoorbeeld de predatoren, die het op de zwakkeren hebben gemunt, terug te brengen tot een acceptabel niveau.
Denk daarbij maar eens aan de weidevogels, die zich het in het alsmaar eentoniger wordende landschap maar moeizaam kunnen handhaven.
Een tijd geleden was het in het nieuws, vogelwachters telden in een bepaald gebied in heel korte tijd rond 1600 (!) leeg geroofde nesten en dat waren slechts de nesten van de kieviet, met andere soorten weidevogels zal het wel niet beter zijn geweest.
Niet alleen de vos was de schuldige aan dit drama, ook andere rovers als de bunzing, wezel en hermelijn doen mee en eten zich fanatiek dwars door de gesubsidieerde kuikens heen.
Eieren worden het meest geroofd als de kuikens tegen het uitkomen zijn, het schijnt dat de predatoren de communicatie tussen de eieren al op afstand kunnen horen en dan op het juiste moment toeslaan.
Tegen de eierenrovers kan en mag niets worden ondernomen, omdat ze beschermd zijn, maar de subsidie om de weidevogels in een ideaal biotoop royaal te kunnen laten voortplanten wordt van ons belastinggeld betaald. (Snapt u het nog??)
De vos was voorheen nog goed ’s nachts met een fel schijnende lamp op te sporen en te bemachtigen, maar daar heeft destijds de stichting Faunabescherming, die van alle werkelijkheid helemaal is weggedreven, een stokje voor gestoken.
Die denkt nog steeds dat bij minder voedselaanbod de vos vanzelf wel zal verdwijnen.
Maar ja, nu zie je het gebeuren, als je het beschermen van alles in de natuur hoog in het vaandel hebt staan, dan is het zo maar mogelijk dat in een paar dagen tijd tegen de +/- 2000 nesten van diverse weidevogelsoorten leeg zijn en de kuikens (nogmaals=ons belastinggeld) opgegeten.
Als er dan niet nog een vervolglegsel komt, is het broedseizoen voor die kievieten, grutto’s en tureluurs e.v.a. dit jaar helaas ten einde.
Wanneer dit telkens ieder jaar plaats vindt, is het niet zo moeilijk te begrijpen dat op die manier de weidevogelstand op den duur helemaal niets meer voor gaat stellen.
Door de voortschrijdende agrarische grootschaligheid zijn de ideale biotopen in rap tempo verdwenen en die weidevogels, die zich nog met moeite wisten te handhaven, krijgen nu keer op keer te maken met grootschalige predatie.
De schuldvraag over de oorzaak van het steeds maar kleiner worden aantal weidevogels komt nu steeds meer in zicht.
Het eierraapverbod in het voorjaar van 2015 in de provincie Friesland, een initiatief van de Faunabescherming vanwege een gestage terugloop van het aantal en dus veel te weinig aanwezige kievieten in de landerijen, krijgt in het licht van het voorafgaande een heel andere lading.
Het is overigens nog steeds niet bewezen dat de achteruitgang van de weidevogels is veroorzaakt door het zoeken en rapen van kievietseieren.
Het niet meer mogen zoeken en rapen van kievitseieren werkt juist averechts, want door deze maatregel neemt het enthousiasme om weidevogels te gaan beschermen al heel snel zienderogen af.
Als er nu nog steeds mensen roeptoeteren dat de vos beschermd moet worden omdat die mooi kan helpen meewerken het overschot aan overzomerende ganzen terug te dringen, dan zien ze nu de resultaten.
Roofdieren laten zich niet sturen en gaan eerst voor de gemakkelijke prooien (de bodembroeders) en dan later voor de wat moeilijkere.
Dan zijn de jonge ganzen intussen al behoorlijk uit de kluiten gewassen en worden het vangen van een halfwas vogel al een veel zwaardere klus!
Maar dan nog zijn er natuurlijk véél te weinig vossen om het véél te grote aantal ganzen regelmatig en stelselmatig voldoende uit te dunnen.
Waar wil ik heen met dit verhaal?
Het jaarlijks belastinggeld uitkeren aan goede plannen ter bescherming van geschikte weidevogelbiotopen is voortdurend geld weggooien in een onmetelijke diepe bodemloze put, als de predatie met dezelfde snelheid aanhoud.
Een gunstig weidevogelklimaat komt zo nooit tot stand, want het is “dweilen met de kraan open”.
De kans om straks nog grutto (N.B. verkozen tot “Nationale Vogel”), tureluur, snip, wulp of kieviet in het wild te zien wordt immer kleiner en omdat het nu wettelijk niet is toegestaan kunnen Aviornisleden, die goed met deze vogelsoorten hebben gekweekt, helaas geen steentje bijdragen.
Ik hoop dat het er niet van komt dat op termijn menig weidevogelsoort slechts bij Aviornisleden en in een enkele dierentuin achter gaas en onder netten is te bekijken.
Want in dat geval zullen die “vrije geluiden” voor altijd zijn verstomd.
Bart Smit