Historie van siervogelhouderij in Nederland
Met dank aan de bijdragen van Gerald Postma
De vogelliefhebberij kent in Nederland al een lange geschiedenis. We hebben een aantal opmerkelijke personages, feiten en jaartallen voor u op een rijtje gezet.
Amsterdamse stadszwanen
Zwanen waren in de middeleeuwen edel wild en het houden van zwanen was een van de rechten van de adel. In 1529 nam Amsterdam de ambachtsheerlijkheden Nieuwer-Amstel en Sloten over van jonkheer Reinout van Brederode. De stad verwierf toen de heerlijke rechten die daarbij hoorden, inclusief het recht om zwanen te houden. De trotse, hagelwitte waterdieren in de singels waren een sieraad voor de stad.
Melchior d'Hondecoeter
Jan Westerhof (Blaauw Jan)
Rijke burgers
Vooral in de negentiende eeuw nam het houden van siervogels een grote vlucht. Er bestond veel belangstelling voor de levende natuur en ontdekkingsreizigers gingen de hele wereld over. Ze brachten van hun reizen regelmatig levende vogels mee, die hun weg vonden naar de tuinen van rijke burgers. Zo is uiteindelijk dierenpark Artis ontstaan, als initiatief van een aantal vermogende burgers. In de twintigste eeuw is met de komst van broedmachines en betere voeders, het houden van parkvogels 'gedemocratiseerd', omdat door het succesvol kweken de prijs daalde en ook de gewone man mooie vogels kon gaan houden.
Frans Ernst Blaauw
- Ross' gans
Het schijnt dat de heer Blaauw op Gooilust de eerste broedresultaten met deze ganzen heeft behaald in 1900. Hij zegt hierover; '...Het nest bestond uit een eenvoudig kuiltje, bekleed met wat gras, zoals gebruikelijk is bij ganzen (...) Tot mijn grote verbazing bleken de jongen al op 21 juni te zijn uitgekomen, dus na een broedtijd van slechts eenentwintig dagen...' . - Keizergans
Pas in 1908 kwamen de eerste paartjes naar dierentuinen in Londen en Berlijn, maar het was weer Blaauw, die in 1914 op Gooilust de eerste broedresultaten behaalde.
De eerste keer liet hij de eieren door een kip uitbroeden, een jaar later liet hij de ganzen zelf broeden. - Andes gans
Al in 1871 kwamen deze ganzen in de Londense dierentuin, maar het duurde tot 1915 voordat het eerste broedresultaat werd behaald. Nadien had ook Blaauw op Gooilust goede broedresultaten en tal van paartjes vonden van daaruit hunweg naar liefhebbers over de gehele wereld. - Roodkopgans
Blaauw heeft er op Gooilust grote aantallen van gefokt, die naar verschillende landen zijn verhuisd, zodat aangenomen werd dat vrijwel alle exemplaren, die zich voor de laatste wereldoorlog in collecties bevonden van zijn paartje afstamden.
Verder zijn er nog wat van dergelijke fragmenten te lezen over de Grijskopgans, Blauwvleugelgans, Roodschoudertaling (Halsbandtaling genoemd in het verouderde boek) en Manengans.