Brazilië 2010 (3): de Braziliaanse zaagbek
Door Jan Harteman, zomer 2010
Met dank aan Robert Kooij, Daan Witlox en Sávio Freire Bruno
Nederlandse naam: Braziliaanse zaagbek
Wetenschappelijk: Mergus octosetaceus
Engels: Brazilian merganser
Portugees: Pato mergulhão
Inleiding
Stel je voor dat je aan de wieg staat van een project om een van de meest bedreigde vogelsoorten ter wereld te mogen kweken. Robert Kooij uit het Noord-Hollandse ’t Zand vliegt sinds een aantal jaren op en neer tussen twee continenten. Hij is de laatste tijd vooral te vinden in het exotische Brazilië om er de vogelcollectie van Moacyr Carvalho Dias op een hoger plan te brengen. Ondertussen worden er ook nog eens plannen ontwikkeld om onder supervisie van de Braziliaanse overheid faciliteiten te bouwen om de Braziliaanse zaagbek in beschermd milieu te kweken. Voor het eerst, want deze zaagbek is een van de weinige watervogelsoorten die nog niet in gevangenschap wordt gekweekt.
Op uitnodiging van Robert Kooij ben ik samen met Daan Witlox naar Brazilië gevlogen. We bezochten er de zeer indrukwekkende collectie nabij de stad Poços de Caldas, maar we gingen ook op zoek naar de Braziliaanse zaagbek in nationaal park Serra da Canastra.
Algemeen
Van alle zaagbekken is de Braziliaanse zaagbek ongetwijfeld de onbekendste. Het is de donkerst gekleurde zaagbeksoort en tevens de meest zuidelijke soort. Opvallend is dat de woerd en eend vrijwel identiek gekleurd zijn, waarbij de eend een iets kleiner kuifje achterop het hoofd heeft dan de woerd. Van grote afstand zouden ze in het veld verward kunnen worden met de Bigua aalscholver (Phalacrocorax brasilianus) die in hetzelfde gebied leeft. Wanneer de vogels opvliegen zijn bij de zaagbek de witgekleurde spiegels op de vleugels zichtbaar die bij de aalscholver ontbreken.
De wetenschappelijke naam is in het verleden nog wel eens veranderd, getuige het naamplaatje van een opgezette Braziliaanse zaagbek in het Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden, waarop Merganser brasilianus vermeld staat.
De Braziliaanse zaagbek is de enige nog levende zaagbek met het verspreidingsgebied op het zuidelijk halfrond. In het verleden was er nog de Auckland Island zaagbek, Mergus australis, maar deze is in het begin van de 20e eeuw al uitgestorven.
Braziliaanse zaagbekken leven in ondiepe en snelstromende riviertjes van zuid-centraal Brazilië. De eend heeft zich volledig aangepast aan het leven in de bergachtige streken. Een soortgelijk gebied is ook bekend in de provincie Misiones in Argentinië, alwaar de zaagbek dan ook van oorsprong voorkomt.
Zoals de andere zaagbekken broedt ook de Braziliaanse zaagbek in boomholtes, maar mogelijk ook in rotsformaties. Het voedsel bestaat voornamelijk uit vis, maar er worden ook insecten, kikkervisjes en slakken gegeten. De bergriviertjes moeten kristalhelder zijn zodat de eenden op het oog kunnen jagen. Het territorium van een paartje zaagbekken bestaat uit gemiddeld 9 kilometer rivier, zodat zij voldoende voedsel kunnen vinden voor hun jongen. Want dat maakt deze zaagbek ook bijzonder: samen met de Australische lobeend (Biziura lobata) en Ekstergans (Anseranas semipalmata), zijn zij vermoedelijk de enige watervogels die de kuikens uit hun snavel laten eten.
Braziliaanse zaagbekken zijn zeer schuwe eenden die moeilijk benaderbaar zijn. De eenden verschuilen zich bij gevaar in het water onder overhangend groen. De eenden verplaatsen zich alleen via het water of in de lucht. Ze vliegen alleen over water en nooit over land, zodat vluchtwegen beperkt zijn tot de rivieren in het gebied. Ook wanneer jonge dieren hun ouders verlaten doen ze dat zwemmend of vliegend over de rivieren.
Status van de Braziliaanse zaagbek
Oorspronkelijk was het verspreidingsgebied van de Braziliaanse zaagbek groter dan vandaag de dag. De laatste waarneming in Argentinië was in 2007, verwacht wordt dat er nog steeds wel enkele paren aanwezig zijn. In Paraguay stamt de laatste waarneming uit 1984, wat niet hoopgevend is. Het lijkt er dus sterk op dat de zaagbek momenteel alleen nog in enkele delen van Brazilië leeft, waar de huidige populatie wordt geschat op slechts 250 exemplaren, maar dat zouden er wel eens veel minder kunnen zijn. Ze hebben dan ook de twijfelachtige eer om door de IUCN bestempeld te worden als critically endangered. Een groot gevaar bij zo’n kleine populatie is dat er inmiddels ook inteelt kan optreden, temeer omdat de leefgebieden in Brazilië en Argentinië ver van elkaar verwijderd zijn, zodat uitwisseling van genen lastig is.
De achteruitgang van de soort is te wijten aan verlies van het natuurlijk leefgebied. De habitat wordt bedreigd door bosbouw, landbouw, milieuvervuiling, aanleg van infrastructuur en in het verleden vooral ook door de jacht. Diamantwinning heeft voor veel vervuiling en erosie gezorgd in de São Francisco rivier in het belangrijkste verspreidingsgebied Serra da Canastra, in de staat Minas Gerais. Hierdoor zijn grote delen van de rivier decennia lang ongeschikt geweest voor de eenden. Gelukkig is sinds 1997 de diamantwinning verboden in het gebied, waardoor de waterkwaliteit weer aan de beterende hand is.
In 2003 hebben er grote branden gewoed in de drie belangrijkste leefgebieden (Serra da Canastra, Chapada dos Veadeiros en Jalapào State Park in centraal Brazilië). In Serra da Canastra is destijds meer dan 9500 hectare natuurreservaat verbrand, waarbij minstens 4 paar zaagbekken de branden wel overleefd zou hebben. Niet echt een veelbelovende gedachte dus.
Sinds ontbossing bood Serra da Canastra al weinig oude bomen voor nestgelegenheid, maar door de branden is er nog meer geschikte nestgelegenheid verdwenen. Competitie met andere diersoorten is daardoor nog groter dan normaal. Ook muskuseenden (Cairina moschata), toekans en papegaaien maken gebruik van de nestholtes in de weinige oude bomen die er nog zijn. Kunstmatige nestkasten kunnen het tekort aan nestgelegenheid compenseren.
In 2006 is er een Brazilian Merganser action plan opgesteld, waarin beschreven is waar de prioriteiten liggen om de zaagbek in Zuid-Amerika te beschermen. In dezelfde lijn heeft de organisatie Terra Brasilis een plan opgesteld om de zaagbek in Serra da Canastra te beschermen. Zo wordt momenteel de ecologie en het broedgedrag van de zaagbek bestudeerd, maar ook wordt in kaart gebracht waar de zaagbekken nu precies leven. Een van de grootste vraagtekens op dit moment is waar de onvolwassen dieren blijven zodra ze door hun ouders uit het territorium worden verjaagd. Meestal blijven ze in het ouderlijk territorium totdat ze volledig zelfstandig zijn, in enkele gevallen blijven ze bij hun ouders totdat het volgende broedseizoen is aangebroken. De actieplannen beschrijven op welke manier de lokale bevolking meer betrokken zal worden bij de natuurbescherming en op welke manier het leefgebied beschermd zal worden op kort en lange termijn.
Status in avicultuur
In beschermd milieu (avicultuur) wordt de Braziliaanse zaagbek tot op heden niet gehouden of gekweekt. Ook in het verleden zijn ze nooit in Europa of Amerika beland. Omdat levende eenden eigenlijk nooit beschikbaar waren voor kwekers of andere “verzamelaars”, werd er op de zwarte markt ook veel geld geboden voor opgezette exemplaren. Zo werd er in 1985 maar liefst $6.000 per stuk betaald voor dode exemplaren die in Argentinië werden gevangen door gebrek aan beschermende maatregelen ter plaatse.
Jean Delacour beschrijft in The Waterfowl of the World (deel 3, 1959) dat de Braziliaanse zaagbek tot een van de grootste rariteiten is in avicultuur behoord. Tussen 1947 en 1954 zouden minimaal 26 exemplaren gevangen zijn. De gevangen exemplaren hebben nooit lang geleefd omdat ze niet wilden eten wat hen voorgeschoteld werd. Delacour suggereert dat ze niet moeilijker moeten zijn dan de andere zaagbekken, maar door het ontbreken van geschikt voedsel waren zaagbekken toch al een uitdaging in deze tijd.
Conservatie en kweek in avicultuur
Professor Luís Fabio Silveira (Zoölogisch Museum van de São Paulo University) en Dr. Wolf Dieter Bartmann (Dortmund Zoo) menen in hun rapport (2001) dat de kweek in beschermd milieu een belangrijke bijdrage kan leveren aan het soortbehoud op de lange termijn. Omdat de technieken en middelen om zaagbekken te kweken tegenwoordig veel beter zijn in vergelijking met eerdere pogingen (Partridge in 1956, Johnson en Chebez in 1985), kan het de soort alleen maar ten goede komen om nieuwe pogingen te ondernemen. Ook kan in beschermd milieu meer onderzoek worden gedaan aan het natuurlijk gedrag van de dieren, iets wat in het veld uitermate lastig is vanwege de schuwheid van de dieren.
Wanneer de zaagbekken kunstmatige nestkasten in het veld accepteren als nestplaats, kan dit een eenvoudige bron zijn om eieren te verzamelen. Zoals bij veel watervogels het geval is, gaat men er vanuit dat ook Braziliaanse zaagbekken een nieuw legsel maken wanneer zij het eerste legsel in het seizoen verliezen. Daarom zal het rapen van eieren ook geen direct effect hebben op de wilde populatie, want de dieren beginnen vermoedelijk gewoon opnieuw. Gekweekte vogels kunnen van dienst zijn om gebieden te herbevolken welke weer geschikt zijn maar te ver van de huidige populaties verwijderd zijn om op natuurlijke manier her bevolkt te worden.
In het actieplan is daarom beschreven dat het kweken van de zaagbek een hoge prioriteit heeft.
De rol van Criadouro Poços de Caldas
Criadouro Poços de Caldas is de naam van een bijzondere vogelkwekerij in de Braziliaanse staat Minas Gerais. Vogelliefhebber Moacyr Carvalho Dias heeft op een terrein van 13,6 hectare een zeer indrukwekkende collectie van onder andere tinamoes, hokko’s, kromsnavels en watervogels. Naast deze kwekerij is op het terrein ook het Ave é Vida Institute gevestigd. Het Ave é Vida Institute is een erkende non-profit organisatie en is betrokken bij diverse conservatie projecten zoals dat van de Alagoas mesbekhokko (Mitu mitu). In 1999 ontving Carvalho Dias tien paar van deze hokko’s via IBAMA (een dependance van het Braziliaanse ministerie van agricultuur). Deze soort is uitgestorven in het wild en wordt op slechts één andere locatie in de wereld (tevens in Brazilië) gekweekt.
Enkele jaren geleden is de familie Kooij uit het Noord-Hollandse ’t Zand een samenwerking aangegaan met de vogelliefhebber omdat er geen opvolging is binnen de familie van Carvalho Dias. Er is in korte tijd een modern breeding laboratory gebouwd, voedingsschema’s zijn aangepast, personeel wordt bijgeschoold, de collectie watervogels is uitgebreid en de kweekresultaten van veel vogelsoorten zijn verbeterd in de afgelopen twee jaar.
Door de samenwerking met de universiteit van Poços de Caldas, de universiteit van São Paulo en het Zoölogisch Museum, IBAMA en andere non-profit organisaties, wordt het nu mogelijk om op het terrein van Criadouro Poços de Caldas meer faciliteiten te ontwikkelen voor kweekprojecten van bijvoorbeeld de Braziliaanse zaagbek. IBAMA en Terra brasilis zijn het met elkaar eens dat binnen korte tijd een kweekproject op gang moet komen om de Braziliaanse zaagbek voor uitsterven te behoeden. Een droom voor Robert Kooij wordt hiermee bijna werkelijkheid.
Op zoek in Serra da Canastra
Om een compleet beeld van de situatie te krijgen zijn Robert, Daan en ik op zoek gegaan naar de zaagbek in zijn natuurlijke habitat Serra da Canastra.
De bergketen Serra da Canastra ligt op ongeveer 350 km van São Paulo en het gelijknamige nationale park is een van de belangrijkste natuurreservaten van Brazilië. In deze bergketen ontspringt onder andere de rivier São Francisco. Op 14 km van haar bron ligt haar eerste grote waterval Casca D'Anta, met een hoogte van ca 186 meter. Het water valt vanaf een scherpe natuurlijke bergkam die 330 meter boven de zeespiegel ligt. In het park wordt het landschap beschermd dat ontstaat op de overgang tussen de vegetatie van de Mata Atlântica en die van de cerrado. Er zijn veel hoogvlakten die verschillende soorten flora en fauna herbergen, zoals de manenwolf, het pampahert, diverse sperwers en bedreigde diersoorten zoals het reuzengordeldier en dus ook de Braziliaanse zaagbek. Het water is de overheersende factor in het park. Er ontspringen honderden bronnen. Deze ontstaan door het vocht dat het koude gesteente vooral 's nachts aan de lucht onttrekt. En juist vanwege deze honderden bronnen is het gebied uitermate geschikt voor de zaagbek.
In 2009 hebben Robert en Peter Kooij, Mike Lubbock en Alexandre Armando in Serra da Canastra ook gezocht naar de zaagbekken. In het voorjaar (voorjaar in Brazilie is najaar in Europa) hebben zij drie paren zaagbekken gezien, waarvan één paar met een aantal volgroeide jongen. Deze zwommen zelfs op een steenworp afstand van het hotel aan de voet van de bergketen.
Omdat wij er in nu de Braziliaanse winter waren, was het nog maar de vraag of wij ook zo gemakkelijk de zaagbekken te zien zouden krijgen. Professor Silveira had Robert gezegd dat er diverse paren zaten te broeden, dus dat het niet eenvoudig zou worden. Juist de winter is voor de zaagbek het broedseizoen, zoals voor veel vogelsoorten in Brazilië. De winter is de droge periode en omdat water dan schaarser wordt, is het voedsel (vis) gemakkelijk te vinden omdat de riviertjes en meertjes opdrogen. Veel vogelsoorten zijn daardoor makkelijker te zien, zoals de reigers die zich concentreren in de alsmaar opdrogende moerassen. Maar voor de zaagbek geldt dat niet: zij zijn juist moeilijker zichtbaar vanwege het broedseizoen. De eend broedt haar eieren uit op moeilijk bereikbare plaatsen, meestal in een holle boom, terwijl de woerd dichtbij haar de wacht houdt, ook in het groen verstopt. Wellicht dat er al koppels met kuikens zouden zwemmen, maar dan zouden ze extreem schuw en moeilijk vindbaar zijn.
We zochten samen met onze gids vooral op de bovenloop van de São Francisco rivier, nog boven de waterval Casca D'Anta. Onze zoektocht ging over bergen en door dalen, door de savanne-achtige cerrado en met natte voeten door bergbeken. Aan het einde van de eerste dag hadden we al veel mooie dieren gezien zoals reuzenmiereneters, herten, kolibries en reuzentoekans. Maar geen spoor van de zaagbek. Bij gebrek aan zaagbekken in de São Francisco rivier besloten we om zelf maar een duik te nemen. Wat koud!
De volgende dag zijn we al vroeg op pad gegaan met onze gids. Nu de benedenloop van de rivier. De Casca D'Anta is een spectaculaire waterval. Al het naar beneden stortende water maakt het onvoorstelbaar dat water ook op kan raken. Tussen de bomen vliegen arasari’s, papegaaien, glansvogels (Galbulidae) en trogons. Vanaf de waterval wandelen we met de stroom mee naar beneden. Er zijn berichten dat er een paar honderd meter verderop een paar zaagbekken zou kunnen zitten, maar ze verplaatsen zich snel, zeker wanneer ze geen jongen hebben. Langs de kiezelstrandjes en rotspartijen bewegen we ons steeds verder stroomafwaarts. Een aantal keren steken we het water over om beter uitzicht te hebben op de loop van de rivier.
Uiteindelijk komen we uit op een punt waar een zijriviertje met de São Francisco samenkomt. Daan staat op een rots voor zich uit te kijken. Hij is iets langer dan wij en kan alles goed overzien. Als vanuit het niets wijst hij ineens over het water naar een klein strandje aan de overkant. Daar, fluistert hij, daar zie ik er een! En ja hoor, daar staat een zaagbek met gestrekte hals naar ons te turen. Niet veel later zien we dat het een koppel is. Ze zwemmen vlug het water op en dan zien we dat er kuikens mee zwemmen, vijf stuks! Wat een prachtig moment! Robert schat in dat de kuikens zo’n 10 tot 14 dagen oud zijn. Om zulke bedreigde vogels met jongen op een klein riviertje te zien zwemmen is een heel bijzondere ervaring. Maar eigenlijk is het jammer dat er zo gezocht moet worden naar een eend.
’s Avonds is er rapport uitgebracht naar Professor Silveira van het Zoölogisch Museum in São Paulo. Een week eerder waren er nog acht pullen hoorden we van hem, zo was iets eerder bekend geworden. Silveira was opgetogen dat we alsnog vijf kuikens hebben gezien, hij was al bang dat er van het nest in de benedenloop van de rivier niets terecht was gekomen. Professor Silveira sprak wederom de hoop uit om in 2011 te beginnen met het kweekprogramma. Ik hoop met hem en veel anderen met hem mee dat er in 2011 eieren verzameld kunnen worden. Er hoeven nog slechts enkele handtekeningen gezet te worden, volgens het action plan is het high priority. Geen tijd te verliezen dus!
Lees meer over deze reis...
Geraadpleegde bronnen:
- Sávio F. Bruno et al. (2009), Breeding behaviour of Brazilian Merganser Mergus octosetaceus
- Jean Delacour (1954), The Waterfowl of the World, deel 3, Country Life Limited London
- Ber van Perlo (2009), A field guide to the birds of Brazil, Oxford University Press
- Luís Fábio Silveira & Wolf Dieter Bartmann (2001), Natural history and conservation of Brazilian Merganser Mergus octosetaceus at Serra da Canastra National Park
- Frank S. Todd (1996), Natural History of the Waterfowl, Ibis Publishing Company
- Baz Hughes et. al. (2006), Action plan for the conservation of the Brazilian Merganser Mergus octosetaceus. Brasília: Ibama. (Threatened Species Series, 3).
- International Wild Waterfowl Assocation Newsletter (spring 2004)
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Nationaal_park_Serra_da_Canastra