Ervaringen met de Montezumakwartel

Cyrtonyx montezumae (Vigors, 1830)

Tekst en foto's: Daan en Henk Witlox, hdwitlox@hotmail.com (december 2009)

Sinds zeven jaar zijn we in het bezit van montezuma kwartels. Na jaren allerlei soorten kwartels te hebben gehouden en gekweekt wilde we dan toch de stap naar de montezuma kwartels eens zetten, een mooie maar niet zo’n eenvoudige kwartel.

Het probleem met montezuma kwartels is dat ze altijd een zwakke indruk maken. Vaak zitten ze dik tegen elkaar aan gedrukt en geven ze een ziek beeld weer, echter bij het aanbieden van wat zaad of meelwormen zijn ze direct actief en reageren ze alert. Het is even wennen om dit soort vogels te verzorgen maar ze laten zich gemakkelijk beet pakken voor een goede gezondheidsinspectie. Het is het raadzaam om montezuma’s niet lang alleen te laten zitten omdat ze dan vereenzamen en lusteloos worden wat natuurlijk hun gezondheid niet ten goede komt. Het samenstellen van een onverwant koppel is erg lastig omdat de genenpool zeer klein is geworden.

Na een zoektocht van een jaar of drie begon het allemaal met een haantje uit Engeland, Deze overleed een jaar later op de dag dat zijn hen werd opgehaald. Nu hadden we alleen weer een hen en er was geen haan te vinden. Gedurende de winter is de hen ook overleden. Het jaar erop konden we een haan kopen en twee lossen hennen. De hennen zaten zusterlijk bij elkaar en de haan werd erbij gezet om een trio te vormen, dit resulteerde direct in agressief gedrag tussen beide hennen, ook de haan moest het ontgelden en werd aangevallen door één van de hennen. Deze hen werd apart gezet en de agressie was over. Alle vogels kwamen goed de winter door en in de zomer begon de hen die alleen zat natuurlijk te leggen. De eieren waren echter allen zonder schaal en bijvoeren van grit en mineralen hielp niks. Een collega wilde de hen wel overnemen en van het koppel hebben we geen ei gezien.

Halverwege 2007 konden we van een bevriende kweker zijn kweekpaar montezuma’s overnemen, hij stopte met de soort en dit was de kans om met een bewezen paar te beginnen.

Het koppel werd binnen gehuisvest in een ruimte die minimaal 20 graden blijft. De kooi (90cmx120x60cm) bestaat uit twee delen die middels een schuifje aan elkaar verbonden zijn. Als bodembedekking ligt er droog zandbakkenzand met daarin wat grote stenen die als obstakels dienen zodat de vogels bij elkaar uit het zicht kunnen lopen. De vogels waren goed aan elkaar gewend en van agressie of nerveus gedrag was geen sprake. Als basis voer geven wij het gehele jaar sierhoender korrel 27 van Teurlings. Daarnaast krijgen ze 3 keer per week een klein schepje zadenmengeling met een aantal meelwormen als snoepgoed.

De vogels gedijde goed en na zeven weken lag daar spontaan een spierwit ei, er was geen kuiltje gemaakt of maar enig ander nestgedrag vertoont. Ook de dagen erna was van nestgedrag geen sprake maar er werd wel om de dag een ei gelegd. Uiteindelijk zijn er 14 eieren dat jaar gelegd en deze waren ook allemaal bevrucht en na 22 dagen uitgekomen.

De uitgekomen jongen werden geplaatst in een opfokbak (30x40x25cm) met daarin een laagje krullen, een lampenkap met 40 watt gloeilamp, spiegeltje tegen de wand als gezelschap, plat drinkflesje en een plat schaaltje met daarin sierhoendermeel 23 van Teurlings. Zowel in het voer als in het drinkwater wordt een kleurige knikker gelegd om pikreacties op te wekken. Dagelijks krijgen ze verspreidt over de dag een 4 a 5-tal meelwormen waar de kop van verwijderd is, dit krijgen ze alleen de eerste twee weken om ze goed aan het eten te krijgen.

Na twee weken worden de kuikens naar een grotere opfokbak verplaatst. Ook hier liggen krullen als bodembedekking en word de ruimte verwarmd met lampenkap en 40 watt gloeilamp. Hierin staan de zelfde eet- en drinkbak als in de kleine kooi en deze worden naarmate de kuikens groeien ook groter. Teurlings sierhoenderkorrel 27 word na vijf weken toegevoegd aan het dieet.

Rond de twaalf weken worden de vogels buiten gezet in het zand in kooien van 100x80x60cm, naargelang het aantal vogels kunnen er meerdere kooien aan elkaar geschakeld worden middels schuifjes.

De kuikens worden geringd met 6 mm en na vier maanden begint het geslachtsverschil zichtbaar te worden, de hanen krijgen rond de poten zwarte veren en de hennen krijgen de bruine pennen op de borst. Het duurt lang voor de haan helemaal op kleur is, de karakteristieke kop krijgt hij pas na ettelijke maanden.

Van de 14 kuikens zijn uiteindelijk 12 kuikens groot geworden. Het eerste en het laatste kuiken zijn afgevallen, wat beide als overeenkomst hadden is dat ze alleen werden opgefokt, daar wij één keer per week eieren in de broedkast leggen.

Nu we zelf jongen hadden gekweekt was het gemakkelijk een 2e koppel samen te stellen. Er werden wat vogels geruild met bevriende liefhebbers en uiteindelijk hebben we een eigen kweek hen met een vreemde haan aangehouden. De vogels werden bij elkaar gezet en wederom was het agressief gedrag, ditmaal moest de hen het ontgelden. Door ze naast elkaar te zetten met een gazen wand ertussen zijn ze uiteindelijk aan elkaar gekoppeld en samen in een volière (2.30x1.25x2m) gezet bij wat vruchtenduiven en goudborstduiven.

In de volière ligt zandbakkenzand als bodembedekking en staat er midden in de volière een grote pot met een Ficus benjamina en in de hoeken van de volière zijn schuilmogelijkheden gemaakt. De ruimte blijft in de winter op minimaal 15 graden.

Beide koppels hebben in 2008 geen ei gelegd en eind 2008 kreeg de oude kweekhaan een tumor op zijn vleugel. Ondanks de tumor uitgroeide tot een bal van twee centimeter doorsnee bleef de conditie goed. Toen hij langzaam magerder begon te worden hebben we besloten om de tumor te verwijderen waaraan hij uiteindelijk is overleden.

Broedseizoen 2009 gingen wij dus in met het jonge kweekpaar en april begon ze met leggen. Achter een plank in de hoek van de volière werd een nest gemaakt van veren en daar een kuiltje in gedraaid. Gedurende de zomer werden er meerdere legsels gelegd van ongeveer 8 eieren per keer. Deze werden om de dag gelegd en tegen het einde van haar periode dagelijks. Uiteindelijk hebben we +/-40 eieren geraapt waarvan 25 bevrucht en uitgekomen.

De opkweek moest geen probleem zijn gezien de ervaringen van 2 jaar ervoor maar omdat het Teurlings sierhoendermeel 23 niet meer word gefabriceerd zaten we met een voedsel probleem. Dit is al sinds 2008 en we hebben al veel verschillende soorten opfokmeel geprobeerd maar nog niet echt een goede vervanger gevonden.

We hebben enkele kuikens verloren omdat ze niet wilde gaan eten. Ook stierven er een drietal kuikens in de eerste twee weken aan Ascites. Behandeling is niet mogelijk. De ziekte ontstaat door een te hoge groeisnelheid en een verminderd aanpassingsvermogen van de stofwisseling. Daardoor ontstaat er een disbalans in de aanvoer van en de behoefte aan zuurstof. Vandaar de acute sterfte.

Ook zijn we wat diertjes tussen de tweede en vierde week verloren door vitamine E gebrek (de dolle kuikenziekte). Er ontstaan dan vochtophopingen en bloedingen in de hersenen. De kuikens lopen achteruit en vallen achterover of liggen op hun zij en maken fietsbewegingen. De snelgroeiende haantjes zijn het gevoeligst. Een overmaat aan vitamine A en D3 geeft een grotere kans op deze ziekte. Toediening van Vitamine E (tarwe kiem olie)stopt de aandoening.

Uiteindelijk zijn er dit jaar 15 vogels volwassen geworden waarvan een haantje helaas is weggevlogen.

Al met al is de montezuma kwartel een leuke soort om te kweken en zijn er altijd wel wat strubbelingen. Met wat geduld en soms een beetje geluk kunnen we hopelijk nog wat jaren van deze soort genieten.

Voor meer informatie kun je contact op nemen.

Daan & Henk Witlox, hdwitlox@hotmail.com

Koppeltje kwartels, haantje links

Engels: Montezuma quail
Harlequin quail
Spaans: Colín de Montezuma
Frans: Colin arlequin
Colin de Montezuma
Duits: Montezumawachtel

Ringmaat: 6 mm

Montezuma haantje
Montezuma hennetje
Montezuma haantje
Jonge kwartels in de opfokruimte