Europese Kuifeend

Aythya fuligula (Linnaeus, 1758)

Tekst door Jaap Korten

Verspreidingsgebied
Europa, Azië en Afrika.
Trekvogel. ’s Winters komen grote aantallen uit Noord Europa in Nederland de winter doorbrengen of trekken door en overwinteren ten zuiden van de broedgebieden tot de Middellandse Zee en Afrika. Gedeelte van de populatie is standvogel geworden, broedt in Nederland en overwintert er ook. De Oost Europese populatie trekt naar Azië.

Leefgebied
Voorkeur voor zoet open water in plassen, meren en grote rivieren.
Dobberen groepsgewijs rond op diepe wateren.
Foerageren in niet te diep water, al duikend op zoek naar ongewervelde water- en schelpdiertjes, welke tussen de waterplanten leven.
Eten ook in mindere mate de planten zelf.
In het broedseizoen prefereren ze meren en plassen die begroeid zijn met rietkragen, biezen, lisdodden en andere oeverplanten, die hun de nodige dekking verschaffen.
Ze nestelen bij voorkeur groepsgewijs, meestal dicht bij het water of op eilandjes.
In Nederland verblijven ze tijdens de ruiperiode voornamelijk langs de randen van het IJsselmeer, het Markermeer en de Friese meren.
In de herfst nemen de aantallen toe in het Haringvliet, het Hollands Diep, de Biesbosch, langs de grote rivieren en de plassen in het westen van Nederland.
Tijdens koude winters verzamelen zij zich in het IJsselmeer gebied en Deltagebied.

Beschrijving
Zoals de naam al aangeeft, dankt de Europese Kuifeend die aan een kuif van afhangende kuifveren achter op de kop in de nek, zowel bij het mannetje als het vrouwtje.
Maar de woerd heeft een langere kuif en het vrouwtje een korte.
In broedkleed zien mannetje en vrouwtje er duidelijk verschillend uit.

De woerd is in die periode een zwartwitte verschijning.
Kop, vleugels, rug, staart en borst zijn zwart. De flanken en de buik zijn helder wit.
De ogen zijn opvallend geel met zwarte pupil.
De snavel is blauwgrijs. De poten zijn donkergrijs.

Het vrouwtje is geheel bruin.
Kop, vleugels, rug en staart zijn donkerbruin.
Borst, flanken en buik zijn lichterbruin.
De ogen zijn ook geel, maar vallen wat minder op dan bij de woerd.
De snavel is blauwgrijs en de poten zijn donkergrijs.

Met eclipskleed lijkt de woerd op het vrouwtje, maar hij blijft donkerder en de buik kleurt grijsbruin.

Ondersoorten/Varianten
Er zijn geen ondersoorten en geen kleur varianten.

Lengte en Gewicht
Lengte: 40 – 47 cm.
Gewicht: woerd +/- 740gr, vrouwtje +/- 680 gr.

Levensverwachting: ca. 12 jaar.

Huisvesting
In beschermde omgeving zijn ze gemakkelijk te houden, zowel paarsgewijs in een aparte vijver, als in een groepje in een gemeenschappelijk perk.

Opmerkingen
Kuifeenden zijn van nature schuw maar worden al gauw vrij tam op plaatsen waar ze worden beschermd. Ze lopen koddig met een waggelende gang. Kuifeenden zijn duikeenden
Ze zijn zeer winterhard, vooral als tenminste een grote plek van de vijver ijsvrij wordt gehouden.

Pas op voor kruisingen met de Amerikaanse Kuifeend (Aythya collaris) , de Tafeleend (Aythya ferina), de Witoogeend (Aythya nyroca)en de Grote (Aythya marila) en de Kleine Toppereend (Aythya affinis), welke verwante soorten zijn van hetzelfde geslacht Aythya.

Kweek
Kuifeenden zijn geslachtsrijp op éénjarige leeftijd, maar niet alle vrouwtjes leggen reeds het eerste seizoen eieren. Monogame paarvorming per seizoen.
Grondbroeders, nestelen gewoonlijk tussen oeverbeplanting of in een nestkastje op de grond, niet ver van de vijverrand. Nest wordt bekleed met plantenresten en daarna dons.
Legsel 4-9 eieren, die bleek grijsgroen, soms bleek grijsbruin van kleur zijn en door het vrouwtje worden bebroed.
Broedduur: 24–26 dagen.
Het uitbroeden van de eieren en het grootbrengen van de kuikens is vrij eenvoudig, ook voor de beginnende liefhebber. Bij natuurbroed worden de jongen door het vrouwtje verzorgd.
De kuikens zijn nogal schuw.

Ringmaat: 9 mm. Verplicht!

Voedsel
Meest gebruikte voedingsmiddelen in de praktijk b.v.
85% totaalvoeder korrel voor Watervogels, 10% granen, 5% gras/groente:

Groeiend dier: tot 2 maanden: Opfokkorrel of kruimel fase 1
  tussen de 2 tot 4 maanden: Opfokkorrel fase 2
Volwassen dier: Totaalvoeder onderhouds- of basis korrel
Broedtijd: Totaalvoeder foktoomkorrel

Voedsel afgeschermd aanbieden.
Vers zwemwater, altijd beschikbaar, dat ook gedronken wordt.

Status
Geregeld voorkomende trekvogel. De meest algemeen voorkomende duikeend.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw overwinterde +/- 10% van de Europese populatie nabij het Markermeer. Door afname van de zoetwater driehoeksmossel, waarvan de Kuifeenden tijdens de winter hoofdzakelijk afhankelijk zijn, is de overwinterende populatie aldaar in twintig jaar gehalveerd.
In de eerste helft van de vorige eeuw was de Kuifeend een uiterst zeldzame broedvogel in Nederland. In de zestiger jaren werd het aantal broedparen geschat op minder dan 300.
Het aantal broedparen is sindsdien gestaag gestegen en wordt tegenwoordig geschat op18.000 paren. De laatste jaren zijn de aantallen vrij constant. Geen significante toe- of afname.

Niet bedreigde Europese soort, wel beschermd.

Wetgeving
Beschermde soort onder de Flora en Faunawet.
Valt onder de EU Vogelrichtlijn en de Overeenkomst Behoud van Europees-Afrikaanse watertrekvogels.
Erkende vaste, niet afschuifbare voetring van 9 mm verplicht!

Literatuur
- Watervogels houden…’t is een hobby!, 2003 – Liliane De Boeck-Pauchet
- Handbook of the birds of the World, vol. 1 Ostrich to Ducks, 1992 – del Hoyo et al.
- Die Entenvogel der Welt, 1999 – Hartmut Kolbe
- Vogelgedrag,  2004 – Stephen Moss
- Het Beste Vogelboek, 1971 – The Reader’s Digest

Klik voor een vergroting.
Twee woerden en een vrouwtje.
Foto's door J. Harteman
Klik voor een vergroting
Een Kuifeend vrouwtje
Klik voor een vergroting.
Kuifeend, woerd