Roodschoudertaling
Callonetta leucophrys (Vieillot, 1816)
Tekst door Jaap Korten
Verspreidingsgebied
Zuid-Amerika, gematigde beboste gebieden met constant klimaat.
Broedt in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Paraguay en Uruguay.
Leefgebied
Vochtige tropische bossen en moerassen in laaggelegen beboste gebieden.
Ook bij stille poeltjes, meertjes en beekjes.
Beschrijving
Woerdje en vrouwtje zijn het hele jaar op kleur, maar zien er verschillend uit.
Het woerdje heeft dus geen eclipskleed gedurende de ruiperiode.
Woerdje heeft kastanje roodbruine vleugels, donker uitlopend en lichte grijsblauwe flanken.
Buik en kop zijn grijsbruin met boven op de kop een zwarte band van voren naar achteren doorlopend in de nek met uitloopstreep naar de hals met wit halsbandje.
Borst is zalmroze en donker gestippeld. Snavel is licht blauwgrijs.
Groenkleurige spiegel en witte vlek onder de staart.
Het vrouwtje is overwegend bruingrijs met gevlekte borst en witte wenkbrauw vlek, een wit streepje naar achter op de kop en witte onderkaak.
Zowel mannetje als vrouwtje hebben roze gekleurde pootjes.
Soorten/ondersoorten/varianten
Geen ondersoorten.
Er bestaan blonde, witte en zilverkleurige mutanten.
Lengte en gewicht
Lengte: 35 – 38 cm.
Gewicht: woerdje +/- 380 gr., vrouwtje +/- 350 gr.
Levensverwachting
In beschermde omgeving: zo’n 15 jaar.
Huisvesting
Vriendelijke eendjes, uitermate geschikt voor een gemeenschappelijk vijverperk, met s’winters stromend water, waar meerdere paartjes gehuisvest kunnen worden.
Verblijven veel op het water.
Ook zéér geschikt voor vijvers met een net overspanning waar de Roodschoudertalingen dan vliegend gehouden kunnen worden.
Opmerkingen
Roodschoudertalingen zijn kleine, tamme levendige en verdraagzame eendjes en komen in veel collecties voor. Omdat zij oorspronkelijk uit een gematigd en contant klimaat komen zijn ze echter niet volledig winterhard. Het vijverwater dient dan ook s’winters ijsvrij te worden gehouden, b.v. door er water in te laten stromen. Wanneer dat niet mogelijk is moeten ze tijdens een vorstperiode naar een binnenverblijf worden verplaatst.
Het uitbroeden van de eieren en het opfokken van de eendenkuikens is vrij gemakkelijk, ook voor beginnende liefhebbers.
Roodschoudertalingen zijn behendige vliegers en strijken in de vrije natuur vaak neer in bomen.
Kunnen dus goed vliegend gehouden worden. Ze behoren tot de zgn. roestende eenden.
Kweek
Monogame paarvorming. Geslachtsrijp bij 1 jaar.
Holenbroeder, nestkastje met ladder, niet te ver van het water.
Legsel: 9 – 12 eieren, wit of roomkleurig.
Broedduur: 29 dagen, alleen het vrouwtje broedt.
Ringmaat: 9 mm
Voedsel
Meest gebruikte voedingsmiddelen in de praktijk bv. 80% totaalvoeder korrel voor Watervogels, 10% gras/groente, 10% granen:
Groeiend dier: 0-2 maanden: Opfokkorrel of kruimel
2–4 maanden: Opfokkorrel fase 2
Volwassen dier: Totaalvoeder onderhouds- of basis korrel
Broedtijd: Totaalvoeder foktoomkorrel
Voedsel afgeschermd aanbieden. Altijd vers zwemwater beschikbaar, dat ook als drinkwater wordt gebruikt.
Status
Komt veeltallig voor in oorspronkelijk leefgebied. Geen bedreigde status.
Wetgeving
In Nederland geen beperkende wetgeving.
Literatuur/ websites
Watervogels houden…’t is een hobby!, 2003 – Liliane De Boeck-Pauchet
Handbook of the birds of the World, vol. 1 Ostrich to Ducks, 1992 – del Hoyo et al.
Die Entenvogel der Welt, 1999 – Hartmut Kolbe