Dierenwelzijn

Met dierenwelzijn wordt de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een dier bedoeld. Elk dier dat niet in zijn natuurlijke omgeving leeft, probeert zich aan te passen aan zijn leefomgeving. Een dier voelt zich het best in een omgeving waarin hij zijn natuurlijk gedrag kan vertonen en die hem geen chronische stress, pijn of angst bezorgt.

Elke diersoort heeft zijn eigen natuurlijke gedrag. Kippen willen scharrelen, koeien moeten de rust hebben om te herkauwen, varkens hebben ruimte en een stabiele groep nodig, honden houden van regelmaat in hun leven, papegaaien van gezelschap. Voeding, verzorging, huisvesting en behandeling zijn van invloed op het welzijn van gehouden dieren.

Daarnaast heeft de consument indirect ook invloed op het welzijn van landbouwhuisdieren. Door meer welzijnsvriendelijke producten te kopen zorgt hij ervoor dat er ook meer dieren welzijnsvriendelijk gehouden worden.

De mate van welzijn van een dier kan worden beoordeeld aan de hand van de vijf vrijheden. Een dier moet vrij zijn:

  • van dorst, honger en onjuiste voeding;
  • van fysiek en fysiologisch ongerief;
  • van pijn, verwondingen en ziektes;
  • van angst en chronische stress;
  • om het natuurlijke (soorteigen) gedrag te vertonen.

Verschillende diersoorten worden voor verschillende doeleinden en in verschillende omstandigheden gehouden. Daarom zijn de regels die zijn gesteld per diersoort verschillend.